Het was al vroeg dag in San Vincente. De 50 pelgrims die in ons hostel sliepen konden tussen 7 en 8 uur ontbijten en daarna op weg. We moesten al meteen aan de bak met een stevig klimmetje. Het zonnetje scheen en we kregen vanaf deze hoogte en prachtig uitzicht op de Picos de Europe.

De route wisselde prachtige vergezichten af met saaie stukken langs de weg. Een balans die we liever naar de ‘vergezichten’ zagen doorslaan. Na wat kleine stadjes staken we een lange brug over en aan de andere kant zagen we een bordje staan: Asturias. Weer een grens over, na Baskenland, Calabrië is dit de derde ‘provinvie’. Hierna alleen nog Galicië.

We liepen lekker door een uiteindelijk zagen we de zee weer. Ditmaal met een andere kustlijn dan tot nu toe. Ruig, met wat mooie inhammen.



De albergue die we vandaag hebben is weer een plaatje. Het lijkt of we bevooroordeeld zijn, maar de Nederlanders weten wel hoe ze een albergue moeten runnen hoor. Goeie sfeer, goed eten en gezellige gasten. En hier bleek wel hoe klein het pelgrimswereldje is. In gesprek met een jonge Tsjechische pelgrim bleek ze ons al te kennen. Vader… Zoon… Vanuit Nederland. Ook zij kende mensen die wij hadden ontmoet. Zo leuk die herkenning en een beetje kletsen over anderen. Dat zouden we thuis in het dagelijkse leven ook wat vaker moeten doen… Of noemen we het daar gewoon ‘roddelen’? 🤭