De Vader en de Zoon…

In januari 2020, nog voordat Covid19 in ons land was, hadden we het idee om met z’n tweetjes naar Santiago te lopen. Van huis uit, in vier maanden moest het te doen zijn. Natuurlijk een belachelijk idee, maar we waren ook weer niet de eersten die dit zouden gaan doen. 

Toen we dit aan mijn ouders / opa&oma vertelden was hun eerste reactie: ‘waar begin je aan…’ en vele vragen over wat er allemaal wel niet kon gebeuren onderweg. Het was natuurlijk ook een belachelijk idee, maar wel een idee wat we heel graag wilde uitwerken en gaan doen. 

En nadat het allemaal wat was ingedaald, zagen we bij (o)pa toch wel het begrip komen. Met de jongerenreizen die hij zelf lang geleden naar Rome heeft gemaakt was hij toch wel bekend met het begrip ‘Bedevaart’ en wat het voor een mens kan betekenen.  En om dit als vader en zoon te doen, dat had toch wel een mooie betekenis.

De Vader en de Zoon… 

De plannen werden concreter en we ontvingen een app: ‘

Beste pelgrims, Hebben vernomen dat jullie in het voorjaar van 2023 het graf van de H.Jacobus willen bezoeken. Een prachtig en indrukwekkend  initiatief. Zoiets brengt vermoedelijk veel kosten met zich mee. Een commissie heeft dan ook besloten u een maandelijkse tegemoetkoming toe te kennen. We wensen jullie een goede voorbereiding. Hartelijke groet. De commissie goede doelen.’ (lees: (o)pa)

Dat is nog eens tastbare hulp bij onze voorbereiding. 

De Vader en de Zoon…

Maar ook bij de ‘geestelijke ondersteuning’ werden we niet alleen gelaten. De oorsprong van het embleem van Heeroom Jaap en de verwijzing naar Jacobus. ‘In Geloof En Vertrouwen’ komt bij (o)pa vandaan en juist die spreuk heeft vaak door mijn hoofd gespeeld tijdens het lopen, zeker op de moeilijke momenten. 

De Vader en de Zoon…

En zo liepen we op 15 april naar Wassenaar. Nog een heerlijke lunch bij  (o)pa en (o)ma en daarna afscheid voor vier maanden. Best moeilijk voor ons, maar nog meer voor hen. Tot de hoek van de straat liep (o)pa mee, hij bleef maar zwaaien tot we echt uit het zicht verdwenen waren. En zo begon niet alleen onze Camino, maar ook die van (o)pa. 

De Vader en de Zoon…

Bij ons ging het best goed, eerste pijntjes overwonnen en we kwamen in ons ritme. Nederland, België… We lieten het allemaal achter ons. En af en toe een belletje naar het thuisfront gaf de burger in Wassenaar ook zeker wat moed. Tot er 9 juni en appje kwam… (O)pa gevallen, heup gebroken, ziekenhuis. Wij op afstand maar gelukkig thuis veel ondersteuning. Maar zo’n operatie op die leeftijd…? In Geloof En Vertrouwen, was wat in die weken veel door mijn hoofd ging. En dat was niet alleen bij ons nodig, maar zeker ook in het ziekenhuis. Vanaf toen kwam het gevoel nog meer naar voren dat al lang in mijn hoofd zat… We lopen onze Camino helemaal niet met z’n tweeën… (o)pa loopt al vanaf het begin met ons mee. 

De Vader en de Zoon…

En hoe wij ons door Frankrijk, langs de Pyreneeën en de Spaanse noord kust zwoegden, zo zwoegde (o)pa in het revalidatiecentrum. Stapje voor stapje kwam ook hij vooruit. Waar wij de bergen beklommen, liep hij zijn eerste stapjes aan de rekstok. Daarna met de rollator en zo iedere keer wat verder. We liepen met elkaar op en zijn enige doel was ‘thuis zijn als wij thuis zouden komen’. 

De Vader en de Zoon…

En zo werd steeds duidelijker dat we deze Camino met z’n drietjes liepen. Maar ja, hoe kan daar de juiste beloning tegenover staan. Ook hier komt Jacobus met een antwoord. Want waar de pelgrims een Compostela krijgen, een geloofsbrief van de kerk van Santiago, kan daar nog een kleine toevoeging op worden gemaakt. Er kan een ‘Vicarie pro‘ worden toegevoegd… Dit houdt in dat het mogelijk is als pelgrim voor een ander naar Santiago te lopen. Volgens de Katholieke Kerk komen de verkregen spirituele voordelen die ander ten goede. Dat was de oplossing…

Vicarie Pro: Martinus Wilhelmus van Vliet Sr. staat er op mijn Compostela…

De Vader en de Zoon!

In de wolken…

We hebben het einde van de wereld gehaald…

Vanochtend om zeven uur liepen we in het donker en met harde wind voor de laatste keer uit een albergue weg. Er was voor vandaag slecht weer voorspeld. Veel regen en een harde wind. Nou, die wind hebben we geweten. Dat ging erg hard vandaag. Maar toen we wegliepen was het droog. Hoewel, vochtig was het wel want we liepen letterlijk in de wolken. Maar regenen, laat staan hard regenen, deed het dus niet. Gelukkig.

Na een kilometer of dertien kwamen we in een dorpje en hebben we wat gegeten en koffie gedronken. Het dorpje lag aan zee en we zaten dus even onder de wolken.

En daarna ging het snel. De kilometers vlogen onder onze voeten weg en voordat we het wisten liepen we Finesterra binnen. Niet te missen aan alle toeristen die er in dit kleine dorpje zijn. En dan is het nog drie kilometer om bij het echte ‘einde van de wereld’ te komen. Die puntige rots die de zee in steekt. Maar ook daar, wat een toeristen. En de grote vraag voor ons is: ‘Wat is de waarde van een foto met km-paal 0,000 voor een toerist?’ Maar goed, ze waren er en de pelgrims herkenden elkaar gelukkig toch wel.

En zo eindigt voor ons deze immense tocht van 2801 kilometer van Sassenheim naar Finesterra. De echte Camino begint pas bij het einde, stond hier in het dorp op een muur. En zo is het. Wij gaan afkicken van vier maanden lopen en heel veel belevenissen en kijken hoe we straks weer kunnen aarden in het dagelijkse leven. We willen jullie allemaal ontzettend bedanken voor het meeleven en meelezen. En vooral voor alle leuke en lieve reacties al deze maanden. Op de blog, maar ook veel naar ons persoonlijk. Deze berichten hebben ons veel plezier gegeven en op de moeilijke momenten er doorheen gesleept.

Wij herenigen ons morgen met ons gezin en hebben nog anderhalve week vakantie om weer wat aan elkaar te wennen. Daarmee is dit de op één na laatste blog. Er zal nog één bijzonder bericht worden geplaatst, maar dat zal pas gebeuren als we weer thuis zijn…

Nog één dag te gaan…

Het is de avond van 17 augustus 2023… Morgen is de laatste dag van de Camino, onze Camino. Vier maanden en drie dagen hebben we gelopen, 2800 kilometer. Van Sassenheim naar Santiago en als extra nog maar Finesterra.

Op 15 april werden we uitgezwaaid door Monique en Melanie en na een lunch in Wassenaar vertrokken we echt.

We hebben koude nachten in ons tentje gehad en halverwege België zijn we in Jacobs-huizen gaan slapen. Jeugdherbergen, Vrienden-op-de-Fiets en vrienden van St Jacobus. Dat ging beter, en lekker en goed eten.

Via Nederland en België kwamen we na bijna drie weken aan in Frankrijk, Rocroi. We waren inmiddels gewend geraakt aan het ritme van het dagelijkse lopen. De blaren van de eerste week waren genezen, rug en benen deden steeds minder pijn. Ons plan pasten we op sommige punten wat aan. Als ons lichaam om een rustdag of kortere afstand vroeg dan deden we dat. Maar ging het lekker, dan liepen we door. Reims, Troyes en uiteindelijk Vezelay, al honderden jaren een startplaats voor pelgrims…

De kou hadden we inmiddels achter ons gelaten en was ingeruild voor warme, soms hete dagen. Af en toe ontmoette we wat pelgrims… Uit Nederland of Frankrijk. Soms voor één dag, maar vaak voor enkele dagen. Dan leerde je elkaar wat beter kennen en ontstond er een band met elkaar. Maar na een paar dagen liet je elkaar weer los. Liep de één wat harder of nam de ander en rustdag. Ieder loopt zijn eigen Camino.

De akkers gingen over in wijnvelden. Het vlakke land ging over in heuvels en uiteindelijk richting Centraal Massief. Van het vlakke land, naar wat heuvels naar het echte klimwerk. Door het vele lopen was onze conditie inmiddels ijzersterk. Lichamelijk konden we de wereld aan. Mentaal was het zo halverwege even lastig. Ver van huis kun je er niet altijd voor thuis zijn als er wat gebeurd met je naasten. Gelukkig wordt ook dat door iedereen opgevangen.

Zo lopen er door midden Frankrijk, slapen in een paar prachtige en inspirerende refuges bij Petra, Huberta en Arno en bij Ruud. En zo komen langzaam de Pyreneeën in het zicht. Lonkt St Jean Pied de Port en voelen we Spanje.

Inmiddels waren we bijna drie maanden onderweg en heb je als vader en zoon soms goede gesprekken en kunne konden we ook kilometers heerlijk in stilte naast elkaar of op grotere afstand lopen. Kilometer na kilometer. Was er iets, stoorden we ons ergens aan? Dan spraken we dat uit. Vaak kwam de vraag van anderen… ‘Hoe is het nou om zolang met je vader op pad te zijn?’. Nooit kwam de vraag hoe het is om met je zoon zolang op pad te zijn…

Op 10 juli passeerden we de Spaanse grens en zaten er officieel op de Camino del Norte. Waar we gewend waren aan ‘soms een pelgrim’, kwamen we er nu velen per dag tegen. Een andere dynamiek waar we best aan moesten wennen. Niet meer met z’n tweetjes bij de overnachting, maar soms met wel veertig of vijftig. En zo trek je op met een groep, wordt dat je Camino-familie. Soms voor een dag, soms voor langere tijd.

De Spaanse noordkust is betoverend mooi. Prachtige baaien, blauwe zee en ruige kustlijn. Keer op keer werden we verrast…

Maar het was niet alleen maar ‘prachtig’. Soms was het kilometers asfalt lopen, raasden de auto’s vlak langs je. Of liep je kilometers lang in de stank van koeienstront. Ook dat hoort bij de Camino.

En zo komt langzaam Santiago in zicht. Begin je na te denken over aankomst en de tijd daarna. De laatste week was prachtig. Nog één keer door de bergen, nog een paar mooie albergues waarin we oude vrienden ontmoeten en nieuwe vrienden maken, nog steeds.

En dan, exact vier maanden na vertrek, om 9.45 uur, lopen we het plein bij de kathedraal op. Te vroeg voor de doedelzak, maar wel al gezellig druk. Komt er toch wel wat boven, gaan er heel wat gedachten door je heen. We hebben het toch maar geflikt met z’n tweetjes.

De laatste stap is in drie dagen naar Finesterra, het einde van de wereld, kilometerpaal 0. Nog één keer opladen voor drie lange dagen… Morgen is de laatste dag, komen we aan bij ons eindpunt, gaat de schelp van onze rugzak en zijn we pelgrim af. En waar onze rugzak materieel bijna de helft leger is geraakt, zit hij inmiddels tot de rand gevuld met ervaringen. Ervaringen die niemand ons meer af gaat nemen en waar we dankbaar voor mogen zijn dat we dit avontuur hebben mogen beleven…

Samen…

In Geloof en Vertrouwen.

Opladen…

Na een mooie, wat zeg ik, en prachtige dag in Santiago was het vanochtend weer vroeg dag. Niet in het minst omdat twee kamergenoten, inmiddels pelgrim-af, hun aankomst tot in de vroege ochtend hadden gevierd. Wij stonden om half zeven op voor onze eerste etappe richting Finesterra. Nog 89 kilometer tot dit uiterst westelijke puntje van Spanje met de legendarische kilometerpaal 0,000 km.

Ontbijt deden we in de ochtendschemering op het plein van de kathedraal. De eerste pelgrims van de nieuwe dag stonden hun foto’s al te maken. En het moet gezegd, de kathedraal lag er prachtig bij.

Daarna vertrokken we de stad uit en kwamen we al gauw de bekende paaltjes tegen die ons de richting wezen. Boven op de eerste heuvel keken we nog één keer achterom…

Daarna was het weer zoals we gewend waren, rugzak achterop en lopen. En toch was het anders, toch dat gevoel dat je het eigenlijke doel, Santiago, al bereikt hebt. En toch kriebelde het ook wel om nog drie dagen te lopen. Wat zouden we anders al die tijd in de stad moeten doen?

Een het moet gezegd, dit is zeker ook nog een mooi stuk van Galicië. Heuvels, leuke dorpjes en alleen de echt gemotiveerde pelgrims nog op pad. Wat ook hier nog opviel waren de schuurtjes die je hier overal ziet. Hoog op poten, wat open aan de zijkant en kruisje op het dak. Zelfs in de souvenirswinkels wordt het verkocht. Maar een fiets kun je eet niet fatsoenlijk in kwijt. Als iemand weet wat deze schuurtjes voor zijn, ik hoor het graag.

Santiago…

Wat een dag is het vandaag geweest… Aankomen in Santiago is zo’n overweldigend mooie ervaring. We liepen vanochtend om kwart over zeven in de schemering weg en zagen al veel schimmen van pelgrims. Maar toch, nog lang niet de drukte die we hadden verwacht. Ook in Santiago op weg naar de kathedraal viel het mee.

Op het plein aangekomen waren er wat kleine emoties. Je hebt hier jaren naartoe geleefd en vier maanden naartoe gelopen. Na wat foto-momentjes en wat belletjes zijn we naar ‘De huiskamer van de lage landen’ geweest. Een mooie plek voor Nederlanders en Belgen om onder het genot van koffie met een koekje hun verhaal te delen met een Nederlandse vrijwilliger.

Na de Huiskamer hebben we onze Compostela gehaaid. Hèt bewijs, uitgegeven door de kerk van Santiago, dat je de Camino hebt gelopen. Ook een afstandscertificaat hebben we erbij genomen. De afstand van Sassenheim tot Santiago… 2710 kilometer.

En dan het mooiste van deze dag… Ontmoeting van pelgrims die je dagen, weken of soms maanden niet hebt gezien en dan juist hier ontmoet. Zo mooi, de emotie, de ontlading…

En in de middag…? Hebben we alleen maar op het plein gezeten en aankomende pelgrims en toeristen, heel veel toeristen bekeken. Waarschijnlijk door een katholieke feestdag was het extra druk met toeristen.

En dat we vandaag niet de enige pelgrims waren die aankwamen bleek wel uit de teller: 2021 vandaag!

Bij deze willen we iedereen ook bedanken voor alle leuke en lieve berichtjes en felicitaties. 🙏🙏🙏

En morgen? Dan gaat om half zeven de wekker weer. We lopen nog drie dagen door tot Finesterra, het einde van de wereld. Dan kunnen we ècht niet meer verder en zit onze pelgrimsreis er echt op. Jullie zijn dus nog niet van ons af 😃

Nieuw is niet altijd beter…

Ons overnachtingsdorp lag op een splitsing van twee potentiële routes: de oude Camino-route en de nieuwe.

Voordeel van de oude route… meer voorzieningen zoals barretjes en hij volgt wat meer ‘de oude wegen’. Nadeel: hij is bijna acht kilometer langer. En in ons geval is dat een verschil van 32 of 40 kilometer. En om het ‘nieuwe’ ook een kans te geven hebben we daar voor gekozen. Je hebt tenslotte niet om de 3 kilometer en koffiebar nodig. Na 10-13 kilometer is prima.

Zo rond half acht gingen we weg en het was vrij mistig. Dat hadden we nog niet eerder meegemaakt. Het maakte de wereld wat spookachtig met de opkomende zon. Maar het maakte het wandelen allemaal wat eenzaam, want waar je soms nog wel een pelgrim in de verte zag, was dat nu helemaal onmogelijk. En de zichtbaarheid van onszelf was waar minder op de voornamelijk doorgaande weg waar we liepen. Niet echt leuk voor de eerste tien kilometer.

Na zo’n tien kilometer ging de weg wat meer over in een pad en was het gevaar van auto’s wat verminderd. Dat van de mindere voorzieningen klopte volledig, maar na ongeveer dertien kilometer passeerden we een klein hotel met bar. Dus lekker bakkie plus brood. Lokale ondernemers op de nieuwe route ook weer ondersteund. Daarna volgde een rustig stuk, waarbij het pad niet altijd geweldig was. Grote, losliggende stenen en later langs een vrij drukke autoweg. Het is allemaal niet waar je een pelgrim heel gelukkig mee maakt.

Waar maak je die pelgrim dan wel blij mee? Nou, dat hij na bijna dertig kilometer op de drukste ‘Camino’ in Spanje komt, de Frances, en dat dat stukje wel mooi is een helemaal niet zo druk.

Aansluiting Camino del Norte op de Frances

Het hostel dat we hadden geboekt bleek niet helemaal correct in de app te staan en daar moesten we dus nog een klein stukje extra voor lopen. Maar na 32 kilometer maakte dat niet zo heel veel meer uit. Al met al is de nieuwe route wel korter, maar voor pelgrims nog niet echt een verbetering.

Morgen de Grote Dag!

Aftellen…

Gisteren de laatste zaterdag, vandaag de laatste zondag. Het aftellen naar Santiago en Finestera is begonnen. Nog een paar dagen te gaan en dan zit onze reis erop. Aan de ene kant met weemoed en aan de andere kant ook goed dat het voorbij is, alles goed is gegaan. Maar eerst nog een paar mooie wandeldagen.

En die begon vandaag best mooi. Het zonnetje scheen al wat, het begint hier om een uur of zeven in de ochtend wat te schemeren, en de dauw zat nog op de planten en op de webben.

Het was zo in de ochtend dus optimaal genieten van de omgeving en de natuur. We zaten al op redelijke hoogte, maar kort na de start bereikten we het hoogste punt van onze Camino: 703 meter. En daarna was het vooral afdalen vandaag. Best lekker na al die klim-kilometers die we hebben gemaakt. Na een kleine koffie-stop liepen we naar een dorpje waar die dag blijkbaar een groot feest zou zijn. Er was ook een prachtig kerk, helaas konden we er niet in.

Na nog wat eten te hebben gekocht was het lekker doorwandelen naast onze albergue. Mooie paden brachten ons in Gándara.

Met sommige pelgrims hebben we via Social media nog contact. Whatsapp, Polarsteps, Instagram. Mooi om elkaar te volgen en te zien hoe iedereen in zijn eigen tempo Santiago haalt en het op zijn eigen manier viert. Paul… Congratulation, Willem… Gefeliciteerd, Federico… Congratulazioni

Een prachtige dag…

Soms heb je van die dagen dat alles, nou ja bijna alles, op z’n plekje valt. Het weer is prachtig, de omgeving en het parcours zijn prachtig en de mensen die je onderweg ontmoet zijn prachtig. En dat het ‘ontbijt’ dan niet heel erg denderend was, ben je bij het schrijven van de blog alweer bijna vergeten.

Maar daar begon de dag dus mee, met een ontbijt bij het wegrestaurant. Dat bleek dus te bestaan uit koffie (goed) met wat voorverpakte cakejes en koekjes. ‘Ontbijt’ noemen ze dat hier. Nou ja, dat hebben we bij de eerste lunch maar goed gemaakt. Gezellig plekje en lekker wat fruit en eigen brood.

De natuur is de laatste dagen erg mooi. Waar we aan de kust vaak wat drukke badplaatsen en steden tegenkwamen, is het sinds we de bergen in zijn getrokken één en al rust. En ook veel mooie paden door de bossen.

Zoals we gisteren al schreven zitten we inmiddels in de laatste honderd kilometer. Om in Santiago je Compostela (getuigschrift) te krijgen moet je een goed gevulde stempelkaart (credential) kunnen laten zien. Maar belangrijk daarbij is dat je in de laatste 100 kilometer minimaal 2 stempels per dag krijgt. Nu krijg je er bij de albergue altijd wel één. Maar nu moeten we dus ook overdag nog ergens een stempel halen. Dat kan bij een kerk, café of andere plek zijn. Maar vandaag kwamen we bij een particulier langs die er toch wel iets moois van maakte. Naast de normale stempel kregen we ook een was-stempel. Beetje was met een vlammenwerper smelten en daar een stempel in. Leuk en origineel.

De herberg in Roxica is klein en rustig. Eten wordt voor ons verzorgd, dus we kunnen heerlijk genieten van een paar uurtjes vrij.

Alleen nog maar lopen…

Je zou zeggen: ‘Dat zijn jullie toch al bijna vier maanden aan het doen? Alleen maar lopen…’ Maar toch voelt het nu echt of dat het enige is dat we nog maar hoeven te doen.

Want zie het paaltje dat we zojuist zijn gepasseerd… (Goed kijken naar het donkere vlakje)

Nog minder dan honderd kilometer tot Santiago. En waar we de afgelopen week/weken al voorzichtig uitrekende wanneer we aan zouden komen in Santiago, hebben we nu alle accommodaties geboekt. Dus we hoeven ons niet meer druk te maken om slaapplekken. En het eten lukt ook wel. Dus wat blijft er dan nog over voor een pelgrim? Juist… Lopen. O ja, en soms een wasje doen om niet teveel te gaan ruiken.

En zo hebben we vandaag ook weer lekker gelopen. Galicië zorgt goed voor haar pelgrims. Mooie paden, goeie wegwijzering en voldoende onderkomens.

En ja, zo is er soms een klein stukje dat niet zo leuk is. Ook dat hoort erbij en daarmee waardeer je de bergen en bossen weer wat meer.

Stilte voor de storm…

Geen lange etappe vandaag en ook geen uitdagend parcours. Wèl een erg mooi parcours. Het voelt een beetje als de stilte voor de storm die we ongetwijfeld gaan krijgen als we Santiago echt naderen.

Voorlopig hebben we nog heerlijk genoten van de prachtige omgeving. Het aantal pelgrims begint langzaam iets meer te worden, maar het is nog lang geen polonaise. En ook nu geen lange afstanden over autowegen, maar heerlijk beschut lopen over bospaden met hoge bomen.

Zo rond onze eerste lunch kwamen we bij een prachtig plekje, en middeleeuws bruggetje met wat picknick banken erbij. Ideaal en idyllisch…

Nadat we gegeten hadden gingen we weer lopen en passeerden we Jesus, een Spaanse verkoper van eigengemaakte houten sieraden. Erg mooi en door het handwerk uniek. Zo hebben we vlak voor Santiago toch een klein souveniertje voor onszelf gekocht. Maar nog mooier was het gesprek met Jesus, over de symbolen en wat ze betekenen. In z’n algemeenheid maar zeker ook wat ze voor ons, op deze reis, betekenen. Dit soort gesprekken zorgt direct weer voor gespreksstof tijdens het wandelen…

En als je het dan over symbolen hebt… De Spaanse ANWB heeft ons ook verblijdt met een mooi symbool… Voor het eerst op de borden: SANTIAGO!

Even uitgeteld…

Achtentwintig kilometer, achthonderd hoogtemeters, een strakblauwe lucht en boven de dertig graden. Ingrediënten om bij aankomst in de albergue snel te douchen en heerlijk met de beentjes omhoog te liggen. We waren allebei behoorlijk kapot.

Vanochtend vertrokken we iets later dan gepland dus het zonnetje scheen al. Nadat we Ribadeo hadden verlaten begon het klimmen al vrij snel. Nog een laatste blik op de zee… En door!

Daarna was het eigenlijk continu klimmen en dalen… En klimmen en weer dalen. Voordeel is wel dat je prachtige uitzichten hebt over de omgeving.

Zoals we gisteren al schreven zijn we gisteren de regio Galicië in gekomen. En dat merk je direct aan de bewegwijzering. Op iedere potentiële kruising staat een betonnen paal met logo, pijl en de afstand tot Santiago tot op de meter nauwkeurig. Vooral de herkenbaarheid en de richting zijn fijn. Je hoeft niet meer te zoeken naar pijlen of andere richtingaangevers.

En zo komt Santiago stap voor stap dichterbij… Nog 160,375 km te gaan volgens het paaltje voor de deur.

Kun je je live locatie aanzetten?

Met dit Whatsapp-bericht werd ik vanochtend wakker. In de buurt en even langs willen komen. Dat is nog eens leuk… Maar eerst moest er natuurlijk gelopen worden.

De zon scheen al vroeg uitbundig en we konden in de tuin bij de albergue ontbijten. Daarna verlieten we deze heerlijke plek met spijt. Hoe dit per dag toch zo kan wisselen. We verlieten het kleine dorpje en kwamen in afwisselend bos- en landbouwgebied. Je kunt wel raden wat onze voorkeur had. Helaas had de landbouw de overhand en liepen we veel over asfalt. We hoopten de zeer toch nog wat vaker te zien deze laatste dag. Onze eerste lunch maakte wel wat goed. Uitzicht op een mooie baai waar de eerste surflessen werden gegeven aan de plaatselijke jeugd.

De wind begon in de loop van de dag behoorlijk aan te trekken. Dat zorgde voor wat verkoeling èn we hadden hem grotendeels in de rug, dus dat liep wel lekker. Het tweede gedeelte was wat meer langs de kust en gaf ons de gelegenheid om ‘afscheid’ te nemen. Vanaf de grens met Frankrijk was ze nooit ver weg en konden we moeilijk verdwalen. Zolang de zee rechts was liepen we goed.

En zo kwamen we rond half drie aan in Ribadeo, en belangrijk om te vermelden: daarmee hebben we de regio Asturië verlaten en zijn we Galicië in gelopen. De regio waar ook Santiago in ligt.

Maar van wie kwam dan dat appje vanochtend vroeg? Op vakantie in noord Spanje en toevallig vandaag passeerde ze Ribadeo. Kijk zelf maar:

Zo leuk en zo bijzonder om vrienden van het Sassemse badminton-cluppie te ontmoeten in Spanje. Julia en Brandon, superleuk dat we jullie hebben gezien 🙏

Morgen verlaten we de zee en gaan we de bergen weer in. Ook daar kijken we wel weer naar uit. De dijen zijn uitgerust en klaar voor het betere klimwerk. 💪

Niet bijzonder, wel lekker…

Na onze bijzondere albergue vannacht was het weer vroeg dag voor de zondag. Eigenlijk zijn alle dagen van de week hetzelfde voor een pelgrim. Het ritme is altijd: opstaan, eten, lopen, eten, wassen, eten, slapen… En herhaal. De enige reden om je bewust te zijn van de dagen van de week is dat op zondag alle supermarkten gesloten zijn. Dus op zaterdag altijd wat extra voorraad brood en fruit inslaan.

Dus na het ontbijt vertrokken we weer voor onze dagelijks wandelingetje. En eerlijk gezegd is er niet heel veel opwindends onderweg gebeurd. Het weer was bewolkt, later wat zon. Het landschap was licht glooiend met hier en daar een dorpje. En het landschap was niet heel spectaculair… Of we wennen er aan, dat kan ook.

In het stadje Navia zaten we heerlijk in een straatje onder de bomen wat te eten toen de hele straat werd afgezet. In de verte hoorden we muziek onze kant opkomen en al gauw kwam de Spaanse versie van de Nederlandse fanfare voorbij. Daarachter liepen mensen van verschillende groepen of teams.

Toen de grote groep even moest wachten stond er precies een groepje in oranje shirts met en vlag ‘Holanda’ voor ons. En ja hoor, je komt ze echt overal tegen. Het bleek te gaan om een zwemwedstrijd open water waar de Nederlanders aan mee deden. Leuk om even met ze te kletsen.

Dus vandaag was niet bijzonder, maar wel lekker gelopen. Morgen is de laatste dag langs de kust, hopelijk geeft die nog wat spectaculaire vergezichten. Na morgen gaan we het bergachtige binnenland in op weg naar…

Hoeveel…? Niet veel…!

De Camino is een wereldje op zich. Een wereldje met haar eigen deelnemers zoals pelgrims en hospitalero’s en eigen gebruiken, rituelen en uitspraken die iedereen direct begrijpt maar voor de buitenwereld wellicht wat vreemd overkomen.

Zo is het op de Camino heel gebruikelijk om tijdens de lunch op een bankje naast iemand anders te gaan zitten en een praatje te beginnen. Ook als er nog meer dan voldoende andere lege bankjes zijn. Gewoon, omdat een praatje met een andere pelgrim gezellig is.

Ook is het tevreden zijn met het minimale een fijne eigenschap op de Camino. Wat je nodig hebt zit in je rugzak en wat je niet nodig hebt gooi je weg of stuur je naar huis. Waarschijnlijk om het daar weg te gooien. Want ja, waarom zou je iets mee sjouwen dat je niet gebruikt? Twee shirts, twee broeken en vooruit, drie onderbroeken is meer dan genoeg voor maanden. Dat minimalistische geldt trouwens ook voor de overnachtingen. Een (stapel)bed, toilet en douche zijn meer dan voldoende. Meer heb je niet nodig. En dat je dat dan deelt met tien of twintig andere pelgrims… Ach, je bent toch één grote familie.

Ook zijn er van die uitspraken die op de Camino heel normaal zijn, maar die in het dagelijkse leven toch heel anders kunnen worden uitgelegd. Zo zaten we laatst met wat andere pelgrims wat te eten bij een barretje toen één van de pelgrims wijzend naar een andere (vrouwelijke) pelgrim zei: “Zij sliep vannacht bij mij op de kamer…” Normaal zou je je drie keer hebben verslikt als iemand dat aan de kantine-tafel zou zeggen. Maar hier keek iedereen rustig om en reageerde met een: “O, die lag gisteren bij mij…” Op de Camino is er geen onderscheid. Niet op sanitair en ook niet op de slaapzaal. Iedereen is hier gelijk een slaapt bij elkaar op de kamer…

En zo hebben we vandaag dus een mooie, rustige en zonnige etappe gehad door Asturië. Wel mooi, maar niet heel spectaculair, de zee was nooit ver weg en de bergen ook niet.

Zo volg je de weg naar Santiago

In de middag kwamen we aan bij de gereserveerde albergue. De ontvangst was al wat vreemd, het leek of we niet echt werden verwacht. Er waren ook geen andere pelgrims en er stond ook niets aangegeven dat dit onze albergue was. Onze gastheer wist wel dat hij iemand uit Nederland verwachte en liet ons kamers zien waar we konden slapen. En passant ook nog een grote ruimte met veel stapelbedden en prachtige douches. Maar dat alles niet in gebruik. Waarom? Geen idee. Er was wel ruimte voor dèrtig pelgrims. En ja, ondanks deze bijzondere ontvangst kregen we lekker te eten, met een drankje, konden we wel gebruik maken van die lekkere douches en liggen de bedden heerlijk.

Als pelgrim heb je niet meer nodig…

Over the Hills

Om half zes gingen de eerste wekkers in de grote slaapzaal. Sommige pelgrims willen blijkbaar elke dag de zon zien opkomen. Nou, dat kan morgen ook wel hoor. Zeven uur was voor ons vroeg genoeg. We hadden een etappe van 19 kilometer gepland met toch nog een keuze momentje. Want wat ging het worden: kust-route of berg-route?

En daar waar iedereen om ons heen voor de lichter geachte kust-route koos, gingen wij met een conditie van bijna vier maanden lopen natuurlijk de bergen in. Hoe lekker is het om in een rustig tempo zo’n berg tot meer dan 600 meter te bedwingen. Heerlijk! En vooral ook: hoe mooi is het uitzicht tijdens de lunch als je op de top bent…

Maar ja, waar geklommen is moet ook weer worden afgedaald. Dat is op die lastige paadjes vol met keien altijd best lastig. Belastend voor enkels, knieën en heupen. Maar ook dat hebben we gered. Om twee uur waren we al klaar en konden we douchen, wasje doen, boodschappen en met de beentjes omhoog. Na een paar dagen van dertig kilometer was dit een welkome afwisseling.

Een huis met een gezicht 😲

Wisselend…

Ook in de albergue San Martin was het rustig wakker worden. De groep van 10 pelgrims was verdeeld over twee kamers, dus dat geeft rust. Een goed ontbijt en dito gesprek met Maria, de hospitalero, zo begon de dag dus goed. Ook onze wandeling begon lekker. Het lijkt wel hoe beter de albergue, hoe beter de gesprekken. En na een stevige eerste beklimming werden we enthousiast onthaald…

Het weer was nogal wisselend, de regenhoes zat vanaf de eerste minuut uit voorzorg al om de rugzak, maar ook de regenjas is vaak aan en uit gegaan. Dan regende het weer en dan was het een half uur later weer droog. Positief bekeken regende het niet continue en eerlijk gezegd: meer niet dan wel.

De omgeving was vandaag gelukkig wel erg mooi. Veel in de bossen en ineens een verrassend uitzicht op de zee. Maar niet alleen de uitzichten waren mooi. Wat opviel was dat de bewoners hier zelf een Camino-beleving aan de pelgrims geven. Zo heeft de één z’n tuinomheining versierd en zet de ander en appeltje voor de pelgrims neer. Zeer attent en zeer op het juiste moment. (een pelgrim heeft altijd honger)

En zo kwamen we rond vijf uur bij de gemeentelijke albergue aan. Een groot verblijf voor 50-60 pelgrims, niet bemenst door hospitalero’s. Massaal, maar niet ongeorganiseerd. Een beetje druk, maar fijn dat we een slaapplaats hebben. Over een verschil met gisteravond gesproken. Ook hier weer een paar bekende gezichten, maar vooral veel onbekenden. Met één verrassend gezicht: een Duitse pelgrim die we in midden Frankrijk hebben gezien. En die duikt hier ineens weer op… De Camino zit vol verrassingen.

Ook dit is de Camino

Een stad in lopen heeft soms nog wel wat, maar een stad uit lopen is vaak niet leuk. En dat was ook nu zo. We liepen Gijon uit en de stad moest duidelijk nog ontwaken. Dus het centrum viel nog mee, maar de buitenwijken en de industriegebieden buiten de stad… Oordeel zelf maar…

Daarna werd het tijdelijk wat beter, hadden we wat bossen en ander groen om ons heen. De eerste lunch was bij een kerkje. We hadden ons goed en wel geïnstalleerd of de eerste druppeltjes vielen. Dat werd verkassen naar het afdakje. En waar we hoopten dat het een kort buitje was, bleef het toch langere tijd regenen… En waaien, behoorlijk hard waaien. Rond de tweede lunch, we lunchen op de Camino altijd twee keer, was het droog geworden maar de wind was onveranderd en ook het uitzicht was beroerd. Veel langs de weg lopen met uitzicht op verpauperde huizen…

Ook dit is de Camino, slecht weer, industrie en een hoop beton. Maar die Camino geeft dan toch ook wel weer. Want een kilometer of vijf voor onze albergue worden we ineens toegezwaaid door een oude bekende: de Zwitserse pelgrim met haar hondje. Even mee staan kletsen en door. Na nog wat loop- en klimwerk en 32 km in de benen kwamen we aan bij onze albergue ‘San Martin’, inderdaad Sint Maarten. Een liefdevolle albergue, met een heerlijke ontvangst en… Nog meer bekende gezichten. Juist die onverwachte en hernieuwde ontmoetingen maken het zo leuk. Dus zo eindigt en niet zo leuke wandeldag, toch nog op een positieve manier. 🙏

Even wat anders…

Even geen wekker, even niet vroeg op moeten staan. Door het gebrek aan beschikbaarheid van albergues na Gijon lopen we vandaag maar 9 kilometer. Je zou er je bed eigenlijk niet eens voor uitkomen. Maar we moesten toch weg van de camping, dus om half tien wandelden we richting Gijon. Het was een ‘stadse’ wandeling naar het centrum van de stad waar we om 12 uur al waren. We hebben lekker op de boulevard gezeten en van de zee genoten. Het strand was hier nog erg breed…

We hebben ook nog een poosje met het thuisfront gebeld om de week na afloop van onze Camino te bespreken. Zo gek om daar nu mee bezig te zijn, juist nu we in deze bijzondere eindfase zitten. Gelukkig hebben we alles kunnen boeken en regelen zoals we wilden, dus dat kan allemaal uit m’n hoofd.

In de middag zijn we nog naar het strand gegaan. Het was inmiddels flink vloed en van het brede strand waren nog maar enkele metertjes over. Het weerhield Raymond er niet van even een verfrissende duik te nemen…

Morgen weer vol gas vooruit… Jacobus roept!

De laatste keuze…

En zo naderen we de laatste grote stad voor Santiago: Gijon. Vandaag zijn we Gijon tot zo’n 10 km genaderd en was het helaas net te ver om hier neer te strijken. Een etappe van 30 kilometer met een behoorlijk klim erin. Dat hadden we al een tijdje niet meer gehad.

Een lange etappe dus die al bijtijds begon. Na het ontbijt afscheid genomen van de Australische pelgrims Wil en Alabama. We hebben een paar dagen met elkaar in een albergue gezeten en dan ben je toch een beetje familie van elkaar. Het was nog wat bewolkt maar het beloofde een mooie dag te worden. En aangezien we niet konden reserveren bij ons beoogde adres, zou het vol kunnen zijn en dan zouden we alsnog door moeten lopen.

De route begon met een mooie afdaling. In alle rust konden we zo met gemak onze kilometertjes maken. Na ongeveer 10 kilometer wat boodschappen gedaan en gegeten. Geen heel mooi lunchplekje dit keer, maar ‘gewoon’ en bankje in de stad.

Al gauw ging het omhoog en zie daar: het voorspelde keuze-moment kwam voorbij. Het laatste keuze-moment van onze Camino. Wat doen we: blijven we de Camino del Norte langs de kust volgen (Gijon) of gaan we de bergen in en volgen we de Camino Primitivo (Oviedo).

Eigenlijk hadden we die keuze al lang geleden gemaakt en wijken weer daar niet vanaf. We blijven de Norte trouw. Heerlijk langs de zee en iets later aansluiten op de heel drukke Camino Frances in de buurt van Santiago. Dus nu is het helemaal en kwestie van kilometers maken en aftellen.

En zo bereikten we rond half vier onze eindbestemming: camping Deva. Een grote camping die ergens in een hoekje ook drie ruimtes voor pelgrims heeft ingericht. En om jullie een idee te geven van deze 5 sterren camping:

Maar we hebben een bed, een douche en een toilet. Heel veel meer heeft een pelgrim niet nodig. Het leven kan soms heerlijk simpel zijn, zeker als je geen keuzes meer hoeft te maken.

Dat ging snel…

In een behoorlijk grote en volle albergue toch heerlijk geslapen. Het lijkt te wennen, maar een paar goeie oordoppen helpt ook wel. En ook vandaag lijken de pelgrims het wel lekker te vinden om niet voor dag en dauw op te staan. Uurtje of zeven komt er bij de meesten wat beweging in. Het ontbijt werd verzorgd inclusief koffie of thee. Was prima ontbijtje, ondanks dat je de koffie nog wel even in de magnetron moest opwarmen.

Om een uur of acht, half negen vertrokken we en het begin was heerlijk lopen. Dicht langs de kust met een stevig gravel-pad onder de schoenen. Het miezerde een beetje, maar misschien zorgde juist dat er wel voor dat we lekker door liepen. Onze eerste lunch-plekjes was een hele fijne…

Daarna wisselden de stadjes en het buitengebied elkaar af en gingen we wat meer de bergen in. De zon begon steeds meer te schijnen en voor dat we het wisten waren we al bij de albergue die we hadden gereserveerd. We hadden nog wel wat door gekund, maar deze albergue was toch wel erg leuk hoor. Ruim, heel schoon en het was er ook vrij rustig. Eten kon je er kopen en zelf lekker koken. Daarbij hebben ze hier een groententuin dus de sla, courgette en sinaasappels kun je zo pakken. Best een luxe.

En zo zit je in de tuin, met een mooi uitzicht over berg en dal, in het avondzonnetje de blog te schrijven. Wat kan het leven dan toch simpel zijn…

Another Day in Paradise…

Soms zijn er op de route wat weinig overnachtingsplaatsen voor pelgrims of komt het voor het beoogd aantal kilometers net rottig uit. Dan moet je of wat weinig lopen, rond de 15, of juist veel, meer dan 30, In zo’n geval biedt een klein pension, hostel of hotel wel uitkomst. Bijkomend voordeel: door de albergues is onze standaard niet heel hoog, dus een één of twee sterren hotel is al heel luxe voor ons. En zo hebben we vannacht dus ook in een pension geslapen. Heerlijk rustig, even geen andere pelgrims en de luxe van een eigen douche.

Het regende vanochtend licht, genoeg voor de hoes over de tas, maar te weinig voor de regenjas. Ook dat is de Camino del Norte: altijd kans op wat regen. Gelukkig is het bij wat gespetter gebleven en ging de zon later nog schijnen. We hebben de zee niet veel gezien dus helaas voor jullie geen mooie kustlijn-foto’s. De plaatselijke jeugd is wel creatief bezig geweest en hebben een muurtje in Camino-stijl geverfd.

En waar we aan het begin van onze Camino nog mijlpalen vierden, gaan ze nu bijna ongemerkt voorbij. Maar om toch een mijlpaal te kunnen delen: we zijn vandaag over de helft van de ‘del Norte’ gegaan. Precies tijdens de lunch kwamen we tot de ontdekking dat we ook deze mijlpaal hebben bereikt. Het is nu nog iets meer dan 400 km tot Santiago.

Ook tijdens het lopen merk je dat we in de eindfase zitten. We zijn al aan het terugkijken op onze reis. Wat waren de mooiste ervaringen, de bijzondere overnachtingen en de hulp die we hebben gehad. Zoveel al gehad maar toch ook nog een paar weekjes voor ons…

Wat een mooie dag…

De dag begon vandaag rustig. Daar waar pelgrims doorgaans bijtijds, zeg maar gerust vroeg, opstaan was het nu tot even voor zeven uur vrij rustig. En zo zaten we met negen gezellige pelgrims en gastvrouwen om half acht heerlijk te ontbijten. Een geweldige albergue ‘Aves de Paso’. Dank je wel voor je gastvrijheid Anna 🙏

Maar er moest vandaag toch echt gewandeld worden. De zon scheen uitbundig en ook de Camino deed goed mee. Geen autowegen, maar heerlijke wandelpaden die dan weer uitzicht gaven op de Picos en dan weer de zee met haar kliffen…

En ja, als je dan moet lunchen en ja, als er dan een bankje in de schaduw staat met dit uitzicht,,,

Ondertussen vlogen de kilometers onder onze voeten door. Soms stijgend, dan weet dalend maar nooit saai. Had ik trouwens al wat foto’s van de prachtige uitzichten laten zien?

En waar je in Nederland dus één lang strand van Hoek van Holland tot Den Helder hebt, zijn het hier allemaal baaien tussen die hoge rotsen en kliffen. En de stadjes die er bij zo’n strandje ontstaan zijn best druk. En op een zonnige vrijdagmiddag is ook het strand best druk. Veel Spanjaarden zoeken de verkoeling van het strand, schaars gekleed en goed gebruind. Wij lopen over zo’n strand dan echt als een paar over-dressed witte schildpadden te ploegen met onze rugzak en wandelstokken. Nou ja, onze tijd komt nog wel. Vandaag was in ieder geval een mooie dag… Een hele mooie.

En weer een grens gepasseerd…

Het was al vroeg dag in San Vincente. De 50 pelgrims die in ons hostel sliepen konden tussen 7 en 8 uur ontbijten en daarna op weg. We moesten al meteen aan de bak met een stevig klimmetje. Het zonnetje scheen en we kregen vanaf deze hoogte en prachtig uitzicht op de Picos de Europe.

De route wisselde prachtige vergezichten af met saaie stukken langs de weg. Een balans die we liever naar de ‘vergezichten’ zagen doorslaan. Na wat kleine stadjes staken we een lange brug over en aan de andere kant zagen we een bordje staan: Asturias. Weer een grens over, na Baskenland, Calabrië is dit de derde ‘provinvie’. Hierna alleen nog Galicië.

We liepen lekker door een uiteindelijk zagen we de zee weer. Ditmaal met een andere kustlijn dan tot nu toe. Ruig, met wat mooie inhammen.

De albergue die we vandaag hebben is weer een plaatje. Het lijkt of we bevooroordeeld zijn, maar de Nederlanders weten wel hoe ze een albergue moeten runnen hoor. Goeie sfeer, goed eten en gezellige gasten. En hier bleek wel hoe klein het pelgrimswereldje is. In gesprek met een jonge Tsjechische pelgrim bleek ze ons al te kennen. Vader… Zoon… Vanuit Nederland. Ook zij kende mensen die wij hadden ontmoet. Zo leuk die herkenning en een beetje kletsen over anderen. Dat zouden we thuis in het dagelijkse leven ook wat vaker moeten doen… Of noemen we het daar gewoon ‘roddelen’? 🤭

Hier aan de kust…

We hebben de kust weer gevonden. Na een paar dagen iets verder van de kustlijn af te hebben gelopen zijn we nu weer dichtbij de zee. En toeval of niet, het is weer heerlijk weer.

Vanochtend na het ontbijt vertrokken om een lekker stukje te kuieren. Alles was nog rustig in het dorpje, blijkbaar vonden de Spanjaarden het nog te vroeg. Één pelgrim wist wel uit te breken…

Zoals gezegd, het weer was heerlijk. Windstil, de zon zou weldra komen en het was nog niet (te) warm. En daarbij: we liepen niet langs drukke wegen maar over mooie landelijke paden. En zo kwam de zee iedere keer wat dichterbij… Soms hadden we er mooi zicht op en soms verdween hij weer achter een heuvel. En in de verte, heel in de verte, konden we de Picos de Europa ontwaren. Prachtige hoge, kale bergtoppen. De komende dagen komen die langzaam dichterbij.

Na wat steviger klimmetjes dan we de afgelopen dagen gewend waren, kwamen we in de buurt van San Vincente. Een behoorlijk toeristisch stadje maar toch wel het bezoeken waard. We kwamen over een lange brug de stad in. De brug gaat eigenlijk over een inham waar de zee een heel stuk het land ingaat. Omdat het eb was, waren er veel stukken droog gevallen.

Nog even door het stadje lopen, wat klimmen en we zijn bij ons hostel. We zijn bijna de eerste en het is nog heerlijk rustig. Het hostel ligt vlak bij een middeleeuwse kerk: Iglesia Santa Maria. We kunnen er helaas niet in, maar van buiten ziet hij er best indrukwekkend uit. Ook voor pelgrims heeft de kerk historische waarde. Er is altijd een pelgrimsonderkomen bij de kerk geweest. De muur met de ‘pelgrimsdeur’ staat er nog. De foto hieronder geeft jullie een indruk hoe dat er in het verleden uit heeft gezien

Zo liep een pelgrim door de deur naar buiten

Zonder dalen geen pieken…

Na onze rustdag zijn we vanochtend in de miezerregen vertrokken uit Santander. Eerst nog een stukje binnenstad, maar al gauw buitenwijken en industrieterrein. En dan in de regen… Je begrijpt: niet echt leuk. En toen begon het ook nog eens harder te regenen, dus gauw een koffiebarretje ingedoken. Na twee bakkies was het wat droger, regende het wat minder hard moet ik zeggen, en gingen we weer lopen. Het parcours glooide licht wat het lopen niet heel zwaar maakte, gelukkig maar. Na 12 km moesten we een klein stukje met de trein een brug over. Vroeger namen pelgrims lopend de spoorbrug, maar tegenwoordig wordt een oogje dicht geknepen voor pelgrims die de trein pakken en geen kaartje hebben. Dus even 2 minuten zwart gereden 🤭

In de middag is het gelukkig droog geworden en konden we lekker doorstappen. Het was nog steeds niet echt mooi, maar hier een daar toch wat kleine pareltjes… Let bij de muurschildering (de route van Camino de Norte) vooral links op de kathedraal van Santiago…

Maar de omgeving, de natuur, het wilde vandaag niet echt vlotten. De laatste kilometers zagen er zo uit… Zeg nou zelf, daar word je toch niet blij van?

Maar we sluiten zoals altijd positief af: ons overnachtingsadres is prima en Santiago is weer 30 kilometer dichterbij.

Herstel in Santander

Vandaag staat in het teken van herstellen. En wat is het beste herstel? Niks doen 😃 Dus waar we in Bilbao toch wel het een en ander op het programma hadden staan, Guggenheim, meet-and-greet, was het enige doel voor vandaag een stempel voor onze credential halen. Liefst in de kathedraal…

In de kathedraal zou een stempel te halen zijn, hoorden we gisteren uit betrouwbare pelgrimsbron. Dus wij met z’n viertjes gisteren naar de kathedraal. Er kwamen veel mensen in chique kleding naar buiten, bleek net een trouwerij afgelopen te zijn. Een vrouw van de beveiliging was druk bezig met het bruidspaar en maande ons weg. We mochten er niet in. Maar als een pelgrim en stempel ruikt, is hij niet te houden. Dus wij toch langs de beveiliging geglipt op zoek naar de stempel. Helaas was de kathedraal dicht en moesten we vandaag dus terug.

Het was trouwens een goede reden om even terug te gaan want van binnen was het erg mooi. Helaas mocht je er geen foto’s maken, dus jullie zullen het van ons aan moeten nemen.

En die stempel… Vermoedelijk is die door de beveiliging weggegooid, want die was nergens te vinden. Gelukkig hadden ze bij de toeristen informatie wel een stempel. Iets minder leuk, maar het bewijs is er weer… Santander bereikt!

Een unieke belevenis…

Gisteren zijn we dus beland in een albergue met een uniek verhaal. Een verhaal van Vader Ernesto die als kleine jongen met zijn familie moet verhuizen vanuit Calabria naar Catalonië omdat er in Calabrië geen geld te verdienen was voor het gezin. Ernesto gaat uiteindelijk via het seminarie theologie studeren en wordt ‘werk-pastoor’. Hij reist de wereld rond en keert uiteindelijk terug naar zijn geboortehuis in Calabrië. Daar start hij een project op voor kansarme jongeren. Een project dat hij later combineert met de passerende pelgrims naar Santiago.

Vader Ernesto

Dit verhaal werd gisteren voor het eten, in een aparte zaal, aan alle pelgrims die er waren verteld. Al die pelgrims, en het waren er gisteren 50-60, zijn onderdeel van het verhaal, van de historie van deze albergue in Guemes. En met alle vrijwillige donaties van de pelgrims wordt het welzijnswerk dat hier voor de jongeren wordt gedaan gefinancierd.

Uitleg over het werk in de albergue

En juist door deze historie, deze uitleg en de rust die voor de pelgrims wordt gecreëerd is de sfeer daar uniek. En of dit allemaal nog niet genoeg was, kregen we vandaag ook nog eens een schitterende zonsopkomst. De albergue ligt hoog op de heuvel met uitzicht op het dal en de andere heuvels. Met een laaghangende mist en opkomende zon kregen we een kadootje dat alleen bij deze albergue paste…

Na deze start van de dag zou je bijna vergeten dat er ook nog gelopen moest worden. Veel pelgrims die zeiden vroeg te willen starten, gingen veel later weg dan gepland. Genieten van de omgeving, nog praten met de andere pelgrims en met de vrijwilligers in de albergue. Eigenlijk wilde niemand weg.

Maar goed, voor ons een korte etappe naar Santander. De kust-route werd aanbevolen en dat kunnen we na het lopen alleen maar beamen. Wat een schitterende uitzichten op de kustlijn en de stad Santander.

Na een leuke overtocht met een veerboot, ditmaal wat langer dan de vorige, kwamen we in Santander aan. Een drukke stad, zoals elke stad op zaterdagmiddag. We blijven hier ook een extra dag om onze verkoudheid wat te laten slijten. Maandag gaan de ‘laatste’ kilometers richting Santiago worden ingezet.

De Camino geeft…

Vanochtend, of eigenlijk gisteravond, voelden we ons allebei niet echt denderend. Licht verkouden, beetje slapjes. Maar ook in het hoofd was het wat rommelig. We zijn meer dan drie maanden onderweg, een lange tijd en we zijn er ‘bijna’. Maar ja, bijna is nog wel 600 km en zo’n vier weken. Dus er gaat van alles door je hoofd en dan moet je gaan lopen naar een plek waar je niet weet of je daar kan slapen. Geen reservering mogelijk. Maar het enige alternatief is doorlopen naar Santander wat op een etappe van bijna 40 km neerkomt. En dan zit je al niet zo lekker in je vel…

Enfin, we vertrokken bijtijds uit Santoña omdat we dus niet wisten hoe druk het bij de albergue zou zijn. En gisteren hadden we onze neus ook al gestoten. Na het stadje verlaten te hebben begon er vanaf het strand een lastige beklimming. Niet super hoog, maar steil en rotsige. En dan kom je bovenaan een zie je dit…

De Camino geeft…

Ook bij de afdaling was het nog goed opletten en beneden gekomen vervolgde de weg zich over het strand. Daarna ging het over slingerwegen, heuvel op heuvel af. Maar of we nou helemaal konden genieten…? Zou er plek in de herberg zijn…? Onderweg kwamen we nul pelgrims tegen, een bijzonderheid, iets wat ons ook al zou wantrouwig maakte.

En dan kom je in de buurt, nog geen pelgrims gezien. Maar bovenop de heuvel zie je de albergue liggen. Niet met rijen pelgrims voor de deur die wachten op de openingstijd… Nee, daar staat Luis die je welkom heet. Je vraagt hoe met je gaat omdat hij ziet dat je er even doorheen zit. Die je vraagt of je mee wilt lunchen omdat ze net gaan eten. Vegetarisch? Geen probleem, dat regelen we.

De Camino geeft…

En tijdens het eten komen er meer en met pelgrims binnen druppelen. Sommige onbekend, maar velen inmiddels onderdeel van onze Ca-milie, Camino-familie. En nog een mooie ontmoeting met de vrijwilligster die zo heerlijk heeft gekookt in St Jean Pied de Port. Ze blijkt ook hier te zijn. Wat een prachtig weerzien als we elkaar herkennen.

De Camino geeft…

Dit zijn de dagen, de ontmoetingen, de overnachtingen die je bij gaan blijven. Opstaan en weinig vertrouwen hoe de dag gaat verlopen en dan in de hemel belanden…

De Camino geeft…

Wat je op dat moment het hardst nodig hebt…

Met het bootje over…

Ontbijt op het nog verlaten terras van ons overnachtingsadres in El Pontarron. Met z’n drietjes, ook onze Australische pelgrim-vriend Paul was er, zaten we ons stokbroodje van gisteren weg te knagen. De bakker kwam net het nieuwe brood bij de bar afgeven en wat doe je dan? Dan vraag je of je nog een stokbroodje kan kopen. Dat kon… Dus kakelvers brood hadden we binnen.

De route was best mooi, niet meer zo heel veel klimmen. Maar toch nog best een paar pittige klimnetjes om de spieren wakker te houden.

Ook leuk om te vermelden: onderweg kwamen we een pelgrim tegen die we in zuid Frankrijk al boven op een berg hadden horen zingen. Nu hebben we elkaar eindelijk gesproken. Ze komt, met haar hondje, uit Zwitserland gelopen. Respect!

Na een tweede stop op 17 km moesten we kiezen: stoppen of toch nog een dorpje verder. We besloten tot het laatste en knoopten er nog wat kilometers aan. Onderweg kwamen we onderstaande monument tegen met daarop de tekst:

Pelgrims, dit is het pad dat je naar het veld van de ster zal leiden, waar de apostel rust.

De kilometers die we vandaag extra liepen gingen in een grote boog rond het strand van het stadje Laredo. Deze weg eindigde op een strandje waar we een veerboot konden nemen naar de overkant. In het stadje Santoña aangekomen bleek de albergue die we op het oog hadden dicht te zijn. Dat was een tegenvaller. Gelukkig was er nog in een ‘Casa’ en kamer beschikbaar.

Hier aan de kust…

Het mooie wisselde zich vandaag af met het ‘even doorbijten’. Al vroeg werden we vandaag op pad gestuurd. De albergue was best druk en om zes uur gingen de lichten al aan. Een (zeer) eenvoudig ontbijt maar wel met koffie. Ook wat waard. Na nog wat kletsen met wat andere pelgrims vertrokken we. Na een trap van 120 treden waren we direct wakker. Gelukkig maar, want daardoor konden we goed genieten van het prachtige pad hoog langs de rand van de kust. Het ene uitzicht was nog mooier dan het andere.

Na een kilometer of zeven kregen we de keuze: originele route (12km) of kustroute (7km). We namen de kustroute, dat leek wel te bevallen. Dat viel al gauw tegen. Langs een provinciale weg, gelukkig niet druk, moesten we onze route vervolgen.

Maar ook hier kwam gelukkig en einde aan. In het volgende dorpje ging de weg weer het rustiger deel in en kwamen we uiteindelijk in Castro. Een toeristische badplaats die voor ons ook weer een grens markeerde. We hebben Baskenland verlaten en lopen nu in de regio Cantabrië.

Voor veel pelgrims die we die dag tegen waren gekomen was Castro het eindpunt voor die dag. Wij hadden toch nog wel wat kilometers op de planning, het was tenslotte pas half twaalf. We liepen dus in alle rust nog vele kilometers verder langs de kust. Geen weg, maar een prachtig pad langs de grove, bergachtige kliffen van noord Spanje. Genieten hoor!

Mochten de ‘kustlijn-foto’s’ jullie teveel worden dan kan ik jullie melden dat er waarschijnlijk nog veel meer gaan volgen. Santiago is nog ruim 600 kilometer kust weg. 😃

Bye Bye Bilbao

Na een heerlijke rustdag in Bilbao zijn we vanochtend uit een nog rustige stad vertrokken. De Spanjaarden eten over het algemeen pas laat een vermoedelijk beginnen ze daardoor in de ochtend ook later. Dus wij liepen langs de oevers van Nervion river de stad uit. En dat was niet zomaar enkele kilometers maar bijna de helft van onze dagafstand. En omdat het langs een rivier vaak vlak is waren het voor ons ‘makkelijke’ kilometers. En langs het water hebben ze er ook echt wel wat moois van gemaakt. Brede wandel- en fietspaden, veel groen. Echt heel mooi.

Maar daar waar de rivier bijna de zee instroomt, moesten we toch naar de overkant. En dat ging in dit geval op een bijzondere manier. Een heel hoge brug waar een soort gondel aan hangt. In die gondel kunnen auto’s en voetgangers en die brengt je dan naar de overkant.

Vizcayabrug

Daarna kwam het eerste klimmetje van de dag. Vergeleken met wat we de afgelopen weken hebben beklommen was het niet zoveel, maar wat schetste onze verbazing… Ze hadden een soort roltrappen op de stoep gemaakt. Daar konden wij vermoeide pelgrims natuurlijk dankbaar gebruik van maken.

Daarna was het nog wat lichtjes op en neer, niet heel inspannend en ook qua natuur niet echt vermeldenswaardig. Uiteindelijk kwamen we bij een strandje uit en niet veel later bij onze albergue. Het was nog wel even spannend, want het is een albergue waar je niet kunt reserveren. Veertig slaapplaatsen en we hadden al wat pelgrims onderweg gezien. Gelukkig was er voldoende plek, konden we weer wat oude bekenden ontmoeten en met nieuwe pelgrims kennismaken.

Pelgrims worden welkom geheten in de albergue

En het is…

…. een andere titel van de post dan vanmiddag bedacht. Sorry Jasmijn. 😃

Een rustdag in Bilbao na meer dan twee weken klimmen en dalen vonden wij meer dan verdiend. En wat een heerlijke dag is het geweest. Dat begint al met een nacht met z’n tweetjes op de kamer in plaats van 20, 30 of 40. Geen wekker hoeven zetten en in de stad lekker ontbijten.

Om 11 uur hadden we entree bij het Guggenheim-museum. Een museum voor moderne kunst. Nu Housen we daar allebei niet zo van, dus het was voor allebei een vrij nieuwe ervaring. En hoewel we niet alles mooi vinden, of moet ik zeggen: we begrijpen nog niet alles, hebben we er wel enorm van genoten. En oordeel hieronder zelf maar wat je mooi vind of niet.

Guggenheim

Na het museumbezoek hebben we nog een sportwinkel bezocht. Sommige kleren begonnen na drie maanden lopen wat ruim te zitten dus die hebben we vervangen. En daarna hadden we een afspraak. Niet met een eerder ontmoette pelgrim maar… met collega Linda met haar gezin. Op vakantie in noord Spanje en we hebben met elkaar en moment kunnen prikken voor een meet-and-greet. Wat een gezellige middag was dat. Daar krijg je weer energie van… Dank jullie wel Linda, Ben, Jasmijn en Daniël (💪)

Look who’s walking…

Dat was me de overnachting wel zeg. Met ruim veertig personen op zaal, gang en nog een ander kamertje. Allemaal op een matrasje met wat schotjes ertussen. Gelukkig hebben we oordoppen bij ons, zodat het meeste geluid niet binnenkomt. En wat doe je als je zo snel mogelijk weg wil? Juist, vroeg gaan lopen.

De beschikbaarheid van albergues is niet zo groot op dit stukje, maar we konden gelukkig wat reserveren. Dat was niet naast de deur, ruim 31 km, maa dan komen we wel een beetje los van die grote groep. Dus vroeg opgestaan en lopen! De temperatuur was flink lager dan gisteren, 21 graden en ook best wat miezerig/regen onderweg. Dat maakte het soms op de paden best wat glad. Uitkijken dus. We liepen langs een abdij waar door wat monniken nog wat werd geoefend voor de avondmis…

In het begin was het nog best druk met pelgrims maar gaandeweg steeds minder en minder. Niet iedereen kon blijkbaar die 31 km aan. En ondanks de regen was het nog steeds mooi allemaal…

En na een laatste lange glibberige klim was het heerlijk aankomen in een albergue voor 16 personen, met hier en daar een zeer welkom bekend gezicht, en een heerlijk bedje.

Warm, dus vandaag wat korter

Het is warm in Spanje en voor één dag ook in noord Spanje. Daarom lopen we vandaag een wat kortere afstand, gewoon omdat het kan… En soms ook wel goed is voor lichaam en geest.

Het is hier in het noorden van Spanje echt prachtig. Mooie paden die afwisselend uitzicht bieden op de zee of op het gebergte richting het binnenland.

Lunchplekje

De overeenkomst tussen alle wegen is dat ze geen van allen vlak zijn. Het gaat continue omhoog en omlaag, soms flauw soms best stijl. En ook afdalen op een steile helling is best zwaar. Dus de kuiten, dijen en hamstrings worden flink op de proef gesteld. Voordeel is dat we al bijna tweeduizend kilometer hebben kunnen trainen. Nadeel is dat we er al tweeduizend kilometer op hebben zitten… Het is dus best een beetje doorbikkelen op het moment, verstand op nul en blik omhoog naar de volgende top.

Het is wel ontzettend leuk om veel pelgrims tegen te komen. Waar we in heel Frankrijk niet meer dan 20-25 pelgrims in totaal zijn tegen gekomen, komen we die hier op één dag al tegen… Of zelfs bij één overnachtingsadres, een albergue. Waar we vanavond bijvoorbeeld slapen, zijn 40 andere pelgrims, met veel nationaliteiten. Jong en oud, man en vrouw, alles slaapt door elkaar.

Slaapzaal

Het gaat op en neer

De derde dag op de del Norte begon regenachtig. Niet echte plensregens maar genoeg om de hoes over de rugzak te doen en de regenjas aan te trekken. Gelukkig duurde de regen niet echt lang en kon de regenjas al gauw uit. Hoewel de omgeving erg mooi is, maak je met regen toch altijd wat minder foto’s. En toch is het ook bij bewolkt weer best mooi om te zien hoe de hoge bergen zich in zee storten.

Rond lunchtijd kwamen we een restaurantje tegen waar we wat wilden eten. De menukaart die er hing was alleen in het Spaans, maar gelukkig was er binnen ook een Engelstalige kaart. Als vegetariër is de keuze al niet reuze, maar in dit jaren 80 restaurant was het nog wat beperkter. Gelukkig twee grotere voorgerechten, dus met een goedgevulde mag gingen we weer op stap.

En ook na de lunch ging de route door met omhoog en omlaag, vele klim- en daalmeters hebben we gemaakt. En ook nu weer zo’n afdaling van een paar kilometer, vrij stijl en over hobbelige keien. Best zwaar voor de benen die al aardig uitgeput waren. Uiteindelijk stopte de kilometerteller na 28 kilometer en bijna 1000 hoogtemeters. De albergue waar we vanavond slapen is best groot en er zijn ook best veel pelgrims. Erg gezellig om verhalen van pelgrims uit de wereld te horen.

Daar word je Blai van…

Wakker worden viel vanochtend niet mee. De zware etappe van gisteren voelden we allebei nog best zitten. Maar ja, met alleen maar rustdagen kom je niet lopend in Santiago dus bed uit, ontbijten en lopen. Voor vandaag was de afstand niet zo groot, 19 km maar aan het klimmen ontkomen we hier niet.

We hebben San Sebastian dus gedag gezegd en vertrokken rond half negen. Het was heerlijk wandelweer, licht bewolkt en een aangename temperatuur. We kregen al direct al wat hoogtemeters te verwerken waardoor we een mooi uitzicht hadden op de stad en de baai. (een beetje jammer van het gebouw dat ze ervoor hebben gezet)

Daarna was het lekker klimmen en dalen over wegen en paden die het, in dit geval, dalen niet altijd gemakkelijk maakte. Een lange afdaling met keien die we in Nederland een ‘enkelbrekerspad’ zouden noemen… En dat zo’n twee kilometer lang. Goed opletten wat je je voeten neerzet.

Gisteren schreef ik al over het grotere aantal pelgrims dat we hier tegenkomen. Ook dat was vandaag het geval met onderweg al een Australiër, Paul, en jawel… We hebben er lang, heel lang, op moeten wachten maar na noord Frankrijk zijn we de eerste Nederlandse pelgrim tegengekomen. Eindelijk!

Maar niet alleen het aantal pelgrims maakt het wat leuker. Ook de Spanjaarden maken er een leuke belevenis van. Langs de weg staat er zomaar een klein hokje met wat kannen koffie en thee. Donativo, dus kijk maar wat je ervoor geeft. Ook staan er veel meer waterkraantjes langs de weg en vandaag dus ook een ‘pleister-plaats’.

En dan komt ons eindpunt in zicht, een stadje bij een heerlijk strand. Het stadje heet Zarautz, en heeft veel, heel veel hostels.

En wat doe je als het zonnetje heerlijk is gaan schijnen, je best moe en bezweet bent en het strand met de golvende zee letterlijk om de hoek zit? Juist, dan neem je een heerlijke duik. Daar wordt je toch Blai van?

Wat een eerste dag op de del Norte…

We zijn officieel gestart met het Spaanse gedeelte van onze reis: de Camino del Norte. Na een heerlijke nacht bij de paters in Irun, vertrokken we al bijtijds. We hadden een flinke etappe van 25 km voor de boeg. En daarbij was het aantal kilometers niet eens de grootste uitdaging, maar meer het aantal hoogtemeters. De eerste kilometers zouden we direct naar ruim 500 meter klimmen.

Bij onze overnachting was het rustig, één Canadees, dus zou het op de route drukker worden? Dat antwoord kregen we al gauw. Ja, het was drukker. Meer pelgrims dan we in al die maanden in Frankrijk hebben gezien. En op die eerste beklimming loop je nog best bij elkaar dus dan krijg je dit…

Het lijkt de Himalaya wel

Maar op zo’n moment merk je wel dat wij inmiddels bijna drie maanden aan het lopen zijn en bijna 2000 km in de benen hebben, want waar veel pelgrims puffend langs het pad stonden, konden wij rustig doorgaan. En dan wordt het uitzicht mooier en mooier en bereik je uiteindelijk der top van de heuvel en loop je over de kam. Met links onder ons de stad en rechts de oceaan.

En zo hobbelde we lekker door. Onderweg lekker wat gegeten en ook hier… Waar we altijd alleen zaten kwamen er nu andere pelgrims bij. Wel zo gezellig. En hoe mooi het is, dat kun je hieronder wel zien.

Na ongeveer 21 km bereikten we de rand van San Sebastian. Om ons hostel te bereiken moesten we nog 4 km langs de rand van de stad en strand lopen. Geen onaardig stuk, ondanks dat het was gaan miezeren.

O ja, we moesten ook nog met een klein pontje oversteken. Een leuke onderbreking van het lopen. Aan de overkant hadden we mooi zicht op wat we vandaan kwamen.

9 weken, 3 dagen, 2 uur en 2 minuten…

Vandaag 10 juli 2023, om 14.35 uur was het zover: we zijn de grens met Spanje overgestoken 💪

Ruim 9 weken hebben we er over gedaan om vanaf de noordgrens van Frankrijk bij Rocroi naar de zuidelijke grens tussen Hendaye en Irun te lopen. In negen weken hebben we het landschap zien veranderen van vlakke, kale akkers, naar de eerste uitlopers van de champagne-druiven, naar de heuvels rond Vezelay, naar de uitlopers van het Centraal massief en via de nu verder uitgelopen druiven in de Bordeaux naar de Pyreneeën. En het weer veranderde met ons mee. Van koud en regenachtig in het noorden naar zonniger en zelfs heet in het midden en naar ‘best warm’ in het zuiden. Wat is Frankrijk enorm groot en wat zijn we blij en trots dat we al zover zijn gekomen.

De route van vandaag was nou niet een heel bijzondere. We verlieten het wat toeristisch Ascain vanochtend niet heel vroeg. Het aantal kilometers was beperkt, hoewel toch nog 21, en we konden pas om vijf uur bij ons volgende verblijf naar binnen. De route wisselde nogal, eerst het dorp uit klimmen en daarna redelijk wat over doorgaande wegen. Niet echt leuk lopen. Gelukkig zaten er wel stukken tussen die meer de moeite waard waren. En zo staken we dus om 14.35 uur de Pont Saint Jacques over…

Vanavond slapen we bij de paters Capucijners in Irun. Of er echt nog paters wonen weet ik niet, maar het zit aan een kerk vast. Morgen gaat het echte werk op de Camino del Norte beginnen. Veel hoogtemeters dus goed dat we de afgelopen weken de klimspieren hebben getraind.

Als je goed ruikt…

Vannacht hebben we geslapen bij een kunstenaar met gallerie die ook wat kamers verhuurd. Omdat we ook in de gallerie konden heb ik daar gisteravond eens lekker de tijd voor genomen en lang naar zijn schilderijen staan kijken. Iets wat ik normaal eigenlijk nooit doe. Maar ik was echt onder de indruk van zijn werken. Zo mooi, je kon er je verbeelding op los laten gaan. Vanochtend zei ik hem dat ook. Hij bood ons aan om in zijn atelier te kijken waar hij bezig was met zijn ‘master piece’: een schilderij van 25m2 over hoe mooi de zee is. Zijn eerste ‘master piece’ over wat er allemaal mis is met de zee was al af. Indrukwekkend. Zelf een kijkje nemen. Je kunt zijn website hier vinden.

Maar goed, terug naar onze reis. Het was vandaag wederom een etappe van klimmen en dalen. Soms stevige klimmetjes, soms even stevig in de ankers voor een goeie afdaling. Maar prima te doen. En natuurrijk weer prachtig. Links zagen we de indrukwekkende hoge toppen van de Pyreneeën, punten in de grijze wolken. En rechts was het allemaal wat lager en zagen we heel, heel in de verte de zee opdoemen. Konden we hem ook ruiken? Misschien.

Welke geur me zeker blijvend gaat herinneren aan deze Camino, of in ieder geval Frankrijk, is de geur van munt. Dat groeit hier veel in de berm en als het heeft geregend geurt alles naar dit heerlijke kruid. In veel refuges hadden ze overigens ook munt-limonade. Een stuk minder natuurlijk, zeker de kleur, maar toch onlosmakelijk verbonden aan onze reis door Frankrijk.

En over Frankrijk gesproken… Dit was onze laatste volledige dag in Frankrijk, want morgen…

Een narrig stukje…

Het ‘tussenstuk’ van St Jean Pied de Port naar het begin van de Camino del Norte (Irùn) gaat niet echt over de Pyreneeën maar er eigenlijk langs. Er is wel een route over de Pyreneeën, de GR10, maar die is voor de ervaren bergwandelaars. Een hoewel we onszelf inmiddels wel ervaren wandelaars mogen noemen, is die GR10 toch voor later. Dat de route die wij nemen toch ook wel uitdagend is, hebben we vandaag ondervonden.

Met een grote groep wandelaars wakker geworden, er waren er zeker twintig in het huis. Leuk was dat er ook een ‘familielid’ uit ons huis in St Jean was, Christian. Bij het ontbijt lekker kunnen kletsen. Daarna vertrokken we voor onze tocht die rustig begon, wat dalen en stijgen. Het mocht niet echt een naam hebben.

Maar na tien kilometer ging het los, een stevige klim over een rotsig pad was meer dan een kuitenbijter. Het was de zwaarste beklimming tot nu toe. Maar zoals een oude wandelwijsheid zegt: ‘Hoe zwaarder de beklimming, hoe groter de beloning’ . En dat kwam ook nu uit.

Toen we de beklimming hadden gemaakt was ook één van de beloningen een groot aantal roofvogels die vlak boven ons aan het zweven was. Prachtig!

Daarna was het een kwestie van afdalen en in de middag onze dijen wat rust geven. Want morgen staan er wederom wat hoogtemeters op de planning.

Lunchplekjes

En zo werden we ook vanochtend om 6.15 uur gewekt door de ‘Angels of the House’. Een mooie manier om wakker te worden, een mooie manier om de dag te beginnen. Omdat het vandaag heet ging worden zijn we ook al om iets over zeven gaan lopen. Weg van St Jean Pied de Port over het voor pelgrims zo bekende bruggetje…

En wat is het hier mooi in de Pyreneeën. Eigenlijk wil je iedere vijf minuten wel een foto maken, maar er moet ook gelopen worden. Dus een paar kiekjes om jullie een indruk te geven…

En zo loop je die 23 kilometer vandaag ook makkelijk weg. Je hebt niet eens tijd om aan iets anders te denken. Wat ook een genot is de afgelopen weken en maanden… Onze lunchplekjes. Je kunt iedere dag een mooi plekje uitzoeken waar je je heerlijke verse stokbroodje eet. Een gezellig bankje, een mooi uitzicht of, zoals vandaag, lekker langs een stromende beekje… En bedenk daar dan ook het kabbelende geluid bij. Die lunchplekjes, die ga ik zeker nog missen als ik weer in een duffe bedrijfskantine zit.

Rust bij St Jean…

Vandaag hebben we na weken lopen een heerlijke rustdag gehad in St Jean Pied de Port. Even een hele dag geen rugzak op, even geen ‘kijken waar we vanavond slapen’. Wel opgestaan met de groep van 14 pelgrims en om zeven uur ontbijt.

Die groep was trouwens erg divers. Uiteraard redelijk wat Fransen, maar ook twee Canadese vrouwen (moeder en dochter) een Amerikaan en een Belgische (die alleen maar Frans sprak, dat dan weer wel) De gastheer Joseph vertaalde echter alles wat voor de groep belangrijk was. Hij was echt in staat om er één familie van te maken.
Na het ook ontbijt hebben we de andere pelgrims uitgezwaaid en het nu rustige dorpje verkend. En dat was meer dan de moeite waard…

Het bruggetje met de poort waar alle pelgrims over vertrekken, de Citadel rond de oude stad, het leuke winkelstraatje. En natuurlijk de bergen rondom…

Kortom… een heerlijke dag waarop lichaam en geest even tot rust zijn gekomen. Morgen richting Spanje…

Saint Jean Pied de Port!!!!!

En dan sta je ineens in het pelgrimsdorpje waar je al die jaren zoveel over hebt gehoord, nog meer over hebt gelezen en misschien nog wel het meest over hebt gedroomd: Saint Jean Pied de Port! Startpunt voor veel pelgrims naar Santiago maar voor ons een belangrijke mijlpaal in de totale reis. We sluiten hier de Via Lemovicensis af en starten vrijdag met het laatste ‘stukje’ naar Santiago.

Vanochtend liepen we om 8,43 weg van ons overnachtingsadres voor een etappe van 22 kilometer. Wat korter en minder hoogtemeters dan de afgelopen dagen. Maar of het komt omdat het wat korter was of omdat we St Jean roken, maar de kilometers vlogen voorbij. Niet normaal. Lekker wat gegeten, klimmetje hier, mooi uitzicht daar en ineens was het nog maar vijf kilometer.

Op vijf kilometer voor St Jean komt een drietal pelgrimsroutes bij elkaar. Uit Vezelay, uit Parijs en uit Le Puy en Valley. Het was opvallend hoeveel pelgrims er ineens om ons heen liepen. Meer dan in al die weken Frankrijk bij elkaar.

En zo stonden we dus ineens voor de poort en liepen we het smalle, toeristische straatje in dat we op zoveel foto’s en filmpjes al hadden gezien. We zijn direct doorgelopen naar het postkantoor. Want als het goed was, was daar bijna twee weken geleden een pakje met de nieuwe schoenen van Raymond bezorgt. Via de Customer Service van http://www.soellaart.nl hebben we advies gekregen en zijn de schoenen naar Frankrijk opgestuurd. En ja hoor… Het pakje was er en de schoenen zitten als gegoten. Topservice van deze winkel! Dat er vervanging nodig was, was wel duidelijk…

En nu hebben we een heerlijke rustdag om vrijdag richting Irùn te vertrekken. Daar zullen we een paar dagen over doen. En in Irùn begint dan officieel der Camino del Norte die ons via de Spaanse noordkust naar Santiago zal brengen.

O ja, we verblijven deze twee dagen in pelgrimshuis Beilari. Een mooi huis dat ooit L’Esprit de Chemin heette. De vorige eigenaren zijn vlak na Vezelay een nieuw pelgrimshuis begonnen waar we weken geleden hebben geslapen. Die cirkel is dus ook rond…

We hebben er nu 1792 kilometer op zitten, nog ongeveer 1000 te gaan Maar deze mijlpaal… Die neemt niemand ons meer af 💪

Fysiek zwaar, maar…

Vanochtend zijn we vertrokken bij de Auberge. De eigenaresse, een wat ouder vrouwtje die met veel enthousiasme over werkelijk alles kon vertellen, had een lekker ontbijtje voor ons gemaakt. En op een goede bodem in de maag is het goed lopen.

De etappe naar ons eindpunt in Ostabat kon in twee delen worden verdeeld. De eerste helft wat glooiend en de tweede helft… Klimmen! Dus het eerste stuk ging eigenlijk best vlot. Even het dorp uit langs de doorgaande weg, maar al gauw liepen we in de bossen.

In Saint-Palais hebben we wat boodschapjes gedaan en geluncht. En als je het over een bodempje hebt voor de komende kilometers, dan hadden we dat nu wel nodig. Want het werd klimmen, behoorlijk stijl omhoog voor een paar kilometer. Maar het mooie van beklimmingen is dat je altijd een beloning krijgt.

En nadat we liggend in het gras waren uitgepuft en hadden genoten van het prachtige uitzicht, volgde er een afdaling en nog een beklimming. En ook hier werd de beloning geïncasseerd.

Het was dus vandaag het èchte begin van de Pyreneeën, hoewel ook nog niet het èchte hoogtewerk natuurlijk. Maar een etappe van bijna 27 kilometer met zoveel hoogtemeters is best pittig. Fysiek zwaar, maar mentaal kan ik er zo wel wat van hebben. Een genot om te lopen… Of komt het toch ook omdat we morgen in St Jean Pied de Port aankomen?

En dan zijn ze daar ineens…

Na de natte, gelukkig wat kortere, etappe van gisteren konden we vandaag weer aan de bak,,, 25 kilometer en het vlakke is er nu ècht af. Klimmen dus want we hebben ze vandaag echt in de verte zien liggen: de Pyreneeën!

Dus om iets over acht uur afscheid genomen van onze mede-pelgrims en het stadje Orthès uit. Een oud stadje dat bekend schijnt te staan om z’n oude brug. Zelfs de pelgrimsstempel die we kregen was van de brug. Omdat je over de brug liep en er niet echt langs kon, was het lastig om hem goed op de foto te krijgen. Daarom ook een mooiere foto van de ernaast liggende brug. Ook mooi toch?

Maar dat het vlakke eraf was, was direct duidelijk. En met een optrekknde mist, een ontluikende zon en wetende dat we deze week veel mijlpalen gaan halen, was dit een geweldige maandag. Lopen in de heuvels en in de bergen is iets prachtigs. De fysieke inspanning, het nergens anders aan kunnen denken en de beloning als je boven bent… Heerlijk!

Overigens waren de wegen en paden niet altijd van mooi strak asfalt of gemaaid gras. Het was op een paar stijle klimmetjes best uitkijken dat je niet uitgleed in de modder. Oppassen dus. En ja, mijn schoenen zien er nu dus niet meer uit.

En toen waren ze daar ineens. Nadat we de zoveelste heuvel over waren… Heel wazig in de laaghangende bewolking… Onmiskenbaar… De majestueuze toppen van de Pyreneeën. Op de foto lastig te vangen maar zo mooi. De komende dagen zullen we alleen maar dichterbij komen.

Na 25 kilometer met ruim 500 klimmeters kwamen we bij onze Auberge aan in Sauveterre. Vanaf vandaag zullen er niet veel vlakke kilometers meer zijn. Nu zeg ik nog ‘lekker’, benieuwd hoe dat over een paar weken is…

De beentjes wat rust

Wakker worden in een gemeentelijke ruimte waar al gauw wat mensen komen binnenvallen die met eigen voorbereidingen voor hun evenement beginnen. Dat kan dus gewoon. Soms heb je op de Camino weinig privacy.

Toen we vanochtend vertrokken was het een beetje miezerig. Nou hebben we al flink harde regen gehad, dus zo’n miezertje moest kunnen. Toch maar even de regenjas aan en dat was maar goed ook. Want het regende soms wel wat door, maar ook droge periode. En dat maakte het wat vervelend… Jas aan, jas uit. De laatste paar kilometer was het droog en liepen we de laatste kilometers met een andere pelgrim mee. Sowieso merken we dat het langzaam drukker begint te worden met pelgrims. Best leuk. En met een etappe van 17 kilometer waren we snel klaar en konden we lekker van een rustige middag genieten.

Maar goed, door de regen eigenlijk weinig foto’s gemaakt van een best mooie omgeving. Wel kan ik jullie ons erg leuke pelgrimshuis laten zien.

In de avond, wij hadden als Nederlanders al ‘vroeg’ gegeten, kwam er nog een hele delegatie van de ‘Vrienden van Vezelay’. Hele verhalen over de historie van het stadje en het pelgrimshuis waar we niet zo veel van begrepen. Belangrijkste: stempel en betaald.

Na regen…

Een laatste lange etappe voordat we met wat kortere etappes in Saint-Jean-Pied-de-Port aankomen. In de miezer vertrokken we voor 28 kilometers waarbij de eerste heuvels zich al gauw weer aandienden. Grappig hoe vaak na een overnachting ineens het landschap verandert.

Het weer was dus vandaag wat anders dan anders. Het was vanochtend al grijs en toen we de deur van onze réfuge uit stapten kwam er een vette miezer uit de lucht. Tijd voor de regenjas. De temperatuur was gelukkig wel goed. Daarna was het wisselend, het ene moment was het wat droger, andere moment weer wat regen. In de middag stopte de regen gelukkig. Maar de zon…? Die hebben er niet gezien. Wat we wel hebben gezien zijn een paar velden met zonnebloemen, nu wel in bloei. Toch nog wat zon…

De plek waar we vanavond slapen is een gemeentelijk zaaltje waar ze wat bedden hebben neergezet. Met wat gordijnen is er een kleine afscheiding gemaakt. Het eten kun je zelf koken. Ze hebben wat blikken en ander spul neergezet waar je uit kunt kiezen. Het is weer eens wat anders dan dat we tot nu toe hebben gehad. Best leuk!

Abdij van Saint-Sever

Het zijn van die laatste dagen richting een (tussen-) eindpunt dat het allemaal wat doorbijten is. De route is nou niet echt uitdagend. De pelgrimshuisjes zijn prima maar lijken uiteindelijk allemaal op elkaar. En ja, als dan een nieuwe fase nadert maar nog even op zich laat wachten dan is het doorbijten.

Op de laatste paar honderd meter na was het weer een nagenoeg vlakke etappe tussen de maïsvelden door. Wat wel leuk was, we kwamen en jonge pelgrim tegen uit België. Die gast was dus nu op de terugweg vanuit Santiago! Vanaf september vorig jaar al onderweg. Dan doe je er natuurlijk wel heel lang over, loop je niet echt door maar toch… Respect!

En vandaag slapen we in Saint-Sever. Een klein dorpje op de top van een heuvel en ‘bekend’ om een eeuwenoude kerk/abdij die ook op de UNESCO lijst staat. En het was zeker het bezichtigen waard hoor. Er was ook een speciaal hoekje voor pelgrims ingericht. 

Over de route en de omgeving van vandaag kunnen we eigenlijk kort zijn: vergelijkbaar met gisteren. Een vlak landschap met kilometers lange kaarsrechte paden. Door bos en wat meer open vlaktes. Weinig spannends en ook weinig inspannends ook. Die ruim 26 kilometer gingen vrij snel, mede door een lekker lang telefoongesprek met Melanie. Fijn om contact met thuis te houden. 

Vanavond slapen we weer bij een Réfuge van de ‘Amis de Vezelay’, de Vrienden van Vezelay. Deze organisatie heeft tussen Vezelay en Saint-Jean-Pied-de-Port op veel plekken een pelgrimshuis die bemenst worden door vrijwilligers (hospitalero’s) Soms is dat iemand alleen en soms een echtpaar. Zij zijn er dan een paar weken om pelgrims te ontvangen, te koken en zorgen voor een schoon huis. Geweldig dat deze vrijwilligers dit doet, want anders zou de pelgrimage in Frankrijk en stuk lastiger en duurder zijn. 

Vanmiddag zijn we ontvangen door twee dames. Een fijne ontvangst en op het menu een salade vooraf en daarna Ratatouille. Altijd lekker, zeker na de zoveelste keer linzen. Blijkbaar een populaire peulvrucht in Frankrijk. 

Blik op oneindig…

Ons ontbijtje stond vanochtend om half acht klaar. De tassen waren al ingepakt dus om acht uur konden we weg. Onze gastheer vroeg nog of we geen last hadden gehad van het vuurwerk gisteravond. Vuurwerk? Uurtje of elf? Helemaal niets van gehoord. Dat is een goed teken zullen we maar zeggen.

Maar goed, om kwart over acht had hij ons bij de kathedraal van Bazas afgezet en vertrokken we voor een wat langere etappe die niet heel veel richtingsgevoel nodig had. Een lang, lang, heel lang recht fietspad, voorheen treinspoor, lag voor ons.

Dus vandaag geen spectaculaire vergezichten, hoge beklimmingen of steile afdalingen, maar blik op oneindig en gaan… 26 kilometer lang. De enige onderbrekingen waren de bankjes en één keer een dorpje voor wat kleine inkopen. Waar je dan wel tijd voor hebt? Lekker en beetje lopen kletsen, echt buitenadem raak je niet van dit lange vlakke parcours, en in je hoofd zitten filosoferen over wat podcasts die je luistert. Kortom, toch een nuttige etappe.

En nog een voordeel van zo’n kaarsrechte etappe naar het zuiden… Iedere stap brengt je ook echt dichter bij het einddoel. Geen omwegen, geen onnodige energie. Dat is ook best wel eens lekker. Ons eindstation is dit maal Le Billon, net onder Captieux. Een huisje waar we lekker met z’n tweetjes zijn… Met gezelschap van de hond. Dat dan wel.

Een gewone dag met een mooi einde…

Voor wat betreft het lopen kunnen we vandaag best kort zijn, het was een prima loopdag. 23 kilometers op de teller, beetje klimmen, beetje dalen. Wat bospad en wat asfalt. Dat het niet heel spectaculair was bleek ook wel uit het aantal foto’s onderweg, niet zoveel. Wennen we er aan of is het hier even echt niet zo spectaculair? Wat nog wel het vermelden waard is, is dat we halverwege een lift aangeboden kregen van een vrouw. ‘Dat is toch veel sneller…’ We hebben vriendelijk bedankt.

De route bracht ons vandaag naar Bazas. Ik wist niet dat deze stad ook een kathedraal had, de Saint-Jean-Baptiste de Bazas. Een UNESCO erfgoed. Best een grote kathedraal voor een stadje van 5000 inwoners.

En bij de kathedraal hadden we afgesproken met iemand waar we konden overnachten. We werden daar opgepikt. Ik had hem gisteren even door de telefoon gesproken, maar het blijft altijd een verrassing. Ditmaal, en eigenlijk zoals bijna altijd, en zeer positieve. Een wat oudere man, die verrassend goed Engels spreekt, leuke verhaaltjes en mooi huis. Een heerlijk bed en een heerlijke maaltijd. Als pelgrim wordt je echt in de watten gelegd (soms 😃).

Vroeg uit de veren

Het zou warm worden vandaag in het zuiden van Frankrijk dus we zijn vroeg gaan lopen. Om vijf uur de wekker en om zes uur liepen we de ochtendschemering in. Een bijzondere ervaring voor ons want zo vroeg waren we nog niet eerder gaan lopen. Over de heuvels lag nog een laag mist en de zon begon net zijn oranje gloed boven de horizon te verstrooien,,,

Het was de voorbode van de beloofde warmte. Met de zon steeg ook de temperatuur en al snel was de mist en de dauw verdwenen om plaats te maken voor trillend asfalt en zoemende vliegjes om ons hoofd.

Het leuke van zo’n lange periode door verschillende landen en landstreken lopen is dat je de begroeiing en de akkers langzaam ziet veranderen. Toen we in april uit Sassenheim vertrokken stonden de bollenvelden in volle bloei. Daarna hebben we het koolzaad in België en noord Frankrijk zien bloeien en ook uitbloeien. De graanvelden van piepkleine plantjes naar wuivende, goudgele velden. De druiven in de Champagne-streek nog klein, naar nu in de Bordeaux vol en de trosjes er al aan. En vandaag kwam daar nog wat bij… We hadden al velden vol zien staan maar nog groen en niet in bloei. En vandaag… De eerste zonnebloemen! Nog geen volledig gele velden maar toch…

Om een uur of twee kwamen we aan bij de kerk in Pondaurat. Een zeer oude kerk, type betonblok, waar ze de pastorie hebben omgebouwd tot pelgrimsherberg. Ruimte voor zes pelgrims, volledig ingerichte keuken, wasmachine, noem maar op. Weer een bijzonder plekje waar we met z’n tweetjes kunnen uitrusten. En voordeel van die oude degelijke gebouwen: ze worden niet snel warm.

O ja, en na onze oproep van eergisteren… ‘stuur ons ijs’ hebben we reacties gekregen. Onderstaande foto is mede mogelijk gemaakt door Alex en Angelique 🙏

Frankrijk is groot, maar de pelgrimswereld is klein…

Vanochtend ging de wekker vroeg… duidelijk geen vakantie. Het wordt vandaag een hete 30+ dag dus we willen om half zeven lopen. Dat is gelukt, onze gastvrouw Florence had om zes uur het ontbijt al klaar staan. Wat een heerlijk huis, en vooral tuin, heeft zij daar. Een punk-tuin noemde ze het zelf. Geen aangeharkte plantsoentjes, maar een tuin met van alles en nog wat. Waar gekweekt en geëxperimenteerd wordt. Geitjes, kippen en de hond ‘M’. Een heerlijk plekje.

M

In de ochtend was het nog heerlijk koel. De zon stond nog betrekkelijk laag en scheen mooi over de wijngaarden. Onze schaduwen waren meters lang maar dat ging snel veranderen… De zon staat hier in de middag bijna loodrecht op je hoed.

Na een kilometer of tien konden we wat boodschappen doen en bij de tweede pauze zaten we heerlijk onder een boom bij een zeer oude, bijzondere kerk in Saint-Ferme. Eigenlijk een groot betonblok, ook van binnen. Zelfs de preekstoel was van beton.

En als je vroeg vertrekt dan kom je ook vroeg aan. Dus om twee uur waren we na zo’n 25 kilometer op plaats van bestemming. Onze gastvrouw Rose was er nog niet, maar wel een andere gast, een pelgrim. Hij stelde zich voor als Alfons en toen viel er bij ons een kwartje. Dé Alfons waar we onze Franse vrienden laatst over hadden horen spreken. Zo hoor je dus verhalen, wordt er eigenlijk gewoon over je gekletst, op de Camino. Je kent mensen niet persoonlijk maar hebt al van verschillende andere pelgrims eea gehoord. Zo hadden we gehoord dat hij alleen maar Duits sprak, hilariteit alom onder de Fransen natuurrijk. Maar met wat Duits is het een ontzettend aardige vent. En zo blijkt die talen-krater van mij toch nog een klein knobbeltje te zijn. Overigens… ook over ons wordt er af en toe gekletst hoor… ‘Ahhh jullie zijn die vader en zoon…’

En nog even over die talenkrater… bij het avondeten zaten er dus met Rose (spreekt alleen Frans), Alfons (spreekt alleen Duits), Raymond (spreekt Nederlands, Engels en een beetje Duits) en ik. Dus wie zat er de hele tijd te tolken tussen iedereen? Juist! Ik, moi, ich… Dat is trouwens wel relaxed hoor, want je kan iedereen alles wijs maken. Ik weet nu al wat ik ga doen na de Camino 😃

Zoals gezegd… Frankrijk is groot, maar het pelgrimwereldje is maar klein. En dan komen we hier nog maar weinig pelgrims tegen… Straks in Spanje zijn de roddelbladen er niks bij.

O ja, nog één positief dingetje om mee af te sluiten: ons onderkomen heeft dus gewoon een zwembad in de tuin. Dus waar waren deze twee pelgrims na 25 hete kilometers te vinden…

Na regen komt zonneschijn…

Daar waar we gisteren met regen en onweer wakker werden, zo werden we vandaag wakker van de wekker. Het was heerlijk weer. Zonnetje, nog een beetje heiig maar dat zou snel wegtrekken en nog een lekkere temperatuur. Die zou snel gaan oplopen als opmaat voor twee hete 30+ dagen.

Na een lekker ontbijtje met, je raadt het al, baguette, vertrokken we voor een korte maar best mooie etappe.

De weg bracht ons eerst via de wijnvelden over de rivier de Dordogne.

Na de oversteek van de rivier was het helemaal alleen maar wijnvelden die je zag. Heel veel wijnvelden en het bijhorende Chateau. Overigens hoef je je van dat chateau niet altijd heel veel voor te stellen hoor. Het torentje staat er nog, maar verder is het vaak nogal vervallen.

Na 20 kilometer kwamen we aan bij ons nieuwe onderkomen. Een leuk huis met grote groentetuin er omheen. We werden, zoals altijd eigenlijk, heel vriendelijk ontvangen. Kleine rondleiding, wat dingetjes over onze reis, douchen en daarna lekker rust.

Morgen een hete dag dus voor het eerst dat we echt vroeg willen vertrekken om in koelte de meeste kilometers te maken. Stuur ons ijs!

These men are made for walking…

En dat doen ze dus ook maar… Lopen. Stap voor stap… Kilometer voor kilometer… Stad na stad.

En zo hebben we vandaag dus ook weer 30 kilometer weggetikt. Maar dat ging niet helemaal vanzelf. De weersverwachting gaf namelijk regen, veel regen aan. Dus regenpakken aan, verstand op nul en lopen. Dorpje uit, bossen in. Gelukkig is de grond hier nog kalkrijk waardoor de grond geen grote modderpoel wordt maar redelijk begaanbaar blijft.

Onze eerste stop hadden we in een klein vervallen schuurtje waar de deur toevallig van open stond. We stonden in ieder geval droog. Onze tweede stop was in een dorpje dat wel heel vriendelijk voor pelgrims was. Een mooi overdekt bankje… Heerlijk. Het was toen wel al droog geworden… Gelukkig.

Na deze tussenstop kon alle regenkleding weg en konden we langzaam gaan genieten van een nog twijfelend zonnetje en van de eerste wijnvelden van de Bordeaux.

Dus een pittige wandeling vandaag maar die verteren we wel weer. De komende dagen zijn de verwachtingen: heet.

Donder en bliksem

Als twee kasteelheren hebben we geslapen vannacht. Heerlijk rustig, geen geesten of andere spookverhalen, gewoon… Slapen. Het ontbijt hadden we met z’n tweetjes in de keuken en om een uur of negen liepen we weer.

Het was (nog) droog en eigenlijk heerlijk wandelweer. Wat warm, maar niet te… Wel wat hellingen maar niet te stijl en lang.

De kilometers gingen lekker onder onze schoenen door… Tot even na het middaguur, het begon te betrekken en in de verte, heel in de verte, hoorden we wat gerommel. Niet veel, dus we liepen rustig verder. Toen de eerste druppels vielen deden we de regenhoes om onze rugzak en toch maar ‘alvast’ onze regenjas aan. Dat was geen moment te vroeg want ineens kwam het met bakken uit de hemel en knalde het onweer over de bossen waar we liepen. Gelukkig trok een onweer gauw over maar de regen hield nog even aan. Toen ook die weg was kon de regenjas weer uit en lieten we de laatste kilometers langs de rivier L’Isle naar ons adres voor de nacht. Geen kasteel dit keer, maar ook hier zullen we als een prins slapen. Dromend over de regendag en de lange etappe van morgen…

De koning te rijk…

Je maakt wat mee in al die maanden onderweg. Zoals ik wel vaker hier heb geschreven is het altijd weer een verrassing waar we slapen. Soms is dat een zeer eenvoudige kamer en soms is het gewoon een paleis…

Maar eerst moet er natuurlijk gewandeld worden. En zoals de slaapplaats aan verandering onderhevig is, is het weer dat ook. Dus waar we over het algemeen eigenlijk heel erg droog weer hebben gehad was het vandaag regenachtig. En er was veel regen voorspeld, dus we waren op het ergste voorbereid. Het bleef echter redelijk droog en kijkend op de Franse Buienradar zaten de ergste buien net waar wij niet liepen. Dat was geluk… Tot in de middag… Precies op een plek waar we niet konden schuilen… Kwsm er toch een bui naar beneden… Het was ook de laatste van de dag, daarna brak de zon heerlijk door en kon alles drogen.

De route was best ok, het duurde wel een paar kilometer voordat we de stad uit waren, maar toen was het ook lekker de bossen in en wat klimmen en dalen. De lichte regen die er viel werd door de bomen opgevangen.

Daarna werd het vlakker en liepen er langs een lang recht kanaal. Daar begon het dus ook zo hard te regenen. Het rook daarna wel heerlijk naar munt die hier veel in de berm groeit.

En toen door naar ons overnachtingsadres. Dit keer dus geen eenvoudig pelgrimshuisjes, maar een heus kasteel. Hoe leuk is dat? Blijkbaar werden pelgrims in het verleden ook op koninklijke wijze ontvangen. We maken er dankbaar gebruik van.

Dat Frans of… Die Fransen

We lopen inmiddels anderhalve maand door Frankrijk. Samen met een paar dagen in Wallonië is dat best een poos in Franstalig gebied. Wat zijn onze ervaringen met het Frans en de Fransen?

Allereerst het Frans, de Franse taal. Ik heb sinds we wisten dat we naar Santiago gingen, dus bijna drie jaar lang, bijna dagelijks via Duolingo Frans geleerd. Melanie werd er soms helemaal gek van als ik thuis weer wat Frans liep te brabbelen. Het heeft ons zeker geholpen om gemakkelijker zaken te regelen. Slaapplek, eten, pakjes versturen, de dagelijkse en praktische zaken. Maar ook wat kleine gesprekjes lukt prima. Ik heb al enkele keren te horen gekregen dat ik goed Frans praat. #trots

Maar het luisteren blijft lastig, zeker als het gesprek niet met mij persoonlijk wordt gevoerd maar in een grotere groep met meer Fransen. Dan haak ik volledig af.

Dat brengt me ook bij het tweede deel… De Fransen. We hebben een paar keer met Nederlanders en Fransen in een door Nederlanders gerund pelgrimshuis gezeten en de voertaal was daar altijd een mengelmoes van Engels en Frans. We probeerden iedereen bij het gesprek te betrekken. Dat is duidelijk niet het geval als wij als enige Nederlanders aan tafel zitten. Voertaal Frans en met een beetje geluk vertaalt iemand wat naar het Engels. Het Engels onder de Fransen is over het algemeen ook beroerd. Vandaag in het postkantoor, meisje van een jaar of twintig, spreekt geen woord Engels. Hoe dan? Is het de instelling of kunnen ze het echt niet? Ik heb in ieder geval wel veel geleerd en mijn dagelijkse oefeningen op Duolingo zijn niet voor niks geweest. Volgend jaar naar Zweden… Benieuwd of Melanie mijn Zweeds wel kan gaan waarderen…

Dan onze wandeling vandaag: die was, na overnachting in een pelgrimshuis met vijf Fransen 😃, heerlijk. Het was niet zo heet, bewolkt, het heeft zelfs even geregend, en we zijn in bijna 24 km geen dorp tegengekomen. Alleen… Maar… Bos.

De route eindige in Perigueux, en rederijk stadje in Frankrijk. Hier kon ik ook eindelijk mijn oude schoenen samen met wat andere spullen naar huis sturen. Weer wat lichter lopen. Er was ook ook nog een mooie kerk, Eglise Saint Martin 😃 Dus wat doe je daar? Juist! Een kaarsje opsteken voor je vader Martien 🤗

En nog één ding, belangrijk of niet, maar we zijn over de helft: 1393 km gelopen en nog 1388 km te gaan 💪

Vaderdag

Hoe bijzonder wil je Vaderdag vieren? Met je zoon al ruim twee maanden onderweg naar Santiago, je dochter op grote afstand, net als je eigen vader. Gelukkig zijn er voor die grote afstand voldoende mogelijkheden om toch even met elkaar te praten. Fijne Vaderdag voor iedereen, ook voor de vaders ‘in herinnering’.

Voor wat betreft het wandelen was het een dag als alle anderen. Opstaan, ontbijt, tas inpakken, lopen en bij de volgende slaapplaats inchecken. Het ritme van de pelgrim en dat we al wat weken aanhouden.

Onderweg kwamen we ook nog wat ‘knippers’ tegen. Een groep vrijwilligers die de wandelpaden vrij houden van te hoge begroeiing, vooral bramen en brandnetels. Ook hier inderdaad aan een opmars bezig. Deze mensen doen voor ons belangrijk werk dus blij dat ik ze een keer heb kunnen bedanken. Want zonder hen is het toch moeilijker lopen.

Langzaam worden de beklimmingen wat korter en minder hoog en ook de begroeiing wordt wat anders, wat minder dicht. Ook met weer wat meer graanakkers.

Het pelgrimshuis is er weer één van ‘De Vrienden van Vezelay’. Een organisatie die op vaak op donativo-basis onderdak en eten aanbiedt op de route naar het zuiden. Fijn dat ze er zijn, want met alleen B&B’s zou het een dure reis worden. We zitten hier met vijf pelgrims en twee gastouders. Op ons na allemaal Fransen. Hoewel een enkele probeert wat Engels te praten is de voertaal Frans. En dat is voor een buitenstaander lastig te volgen. Jammer dat ze daar niet wat rekening mee houden. Maar goed, weer een mooie wandeldag gehad.

We zoeken het wel uit…

Gisteravond in de B&B en heerlijk rustig avondje gehad. Lekker wat zitten Sudoku spelen en om even na zeven heerlijk gegeten…

Het zou vandaag heet worden, rond de dertig graden, dus wat doen wij dan? Juist, dan plannen wij een lekkere lange etappe. Dus ruim 28km verder zou ons volgende slaapadres zijn. Onze Nederlandse gastheer bracht ons al vroeg, half acht, naar ons startpunt. Het was toen nog best lekker en we doken meteen te bossen in. Maar die relatieve koelte bleef niet. In de middag werden onze schaduwen weer korter en korter en was het voor deze pelgrims weer veel drinken en puffen. De omgeving is wel wat aan het veranderen, alweer. De heuvels worden weer wat minder hoog en minder steil. Dus dat vonden weer vandaag helemaal niet erg.

Ons pelgrimshuisje moeten we dit keer delen met twee Franse pelgrims. Dat zal de komende tijd steeds meer gaan gebeuren denk ik. We komen meer in de buurt van andere routes en de vakanties breken langzaam aan. We zijn vanochtend de Dordogne ingelopen, dus het aantal Nederlandse nummerborden zal de komende tijd stijgen…

Stad uit, groen in…

En zo liepen we vanochtend de stad Limoges weer uit. Dat was nog niet gemakkelijk. Vergeleken met de steden die we tot nu toe hadden gehad, Reims, Troyes, was dit echt wel van een andere orde. Maar goed, met veel klimmen en dalen werd het langzaam rustiger en kwamen we uiteindelijk weer in het groen.

Kathedraal van Limoges

De stad uit was het weer als vanouds lekker over rustige wegen en bospaden. We volgden dit keer een iets andere route en dat had wel een nadeel: sommige paden bestonden niet meer. Dus iets meer kilometers gelopen dan vooraf was voorzien omdat er soms wat om moesten lopen.

Rond drie uur kwamen we in ‘ons’ dorpje aan. We moesten ons melden bij de Mairie. Daar kregen we de sleutel van een piepklein, maar volledig ingericht pelgrimshuisje met uitzicht op de kerk.

De meest gestelde vraag…

Het was, na ‘hier zwaar is je rugzak, vooraf de meest gestelde vraag: ga je het op één paar schoenen redden? Het antwoord wist ik toen niet, maar nu wel: nee, dat lukt niet.

Vanochtend vertrek uit Saint-Léonard de Noblatin ik n een lichte mist. Onderstaande foto zegt hierover genoeg…

Kort na bovenstaand moment begonnen we te klimmen en was de mist al gauw verdwenen. Wat restte was een strak blauwe lucht en een oplopende temperatuur. De route was de eerste helft best mooi. We liepen over de bovenkant van de heuvels en hadden prachtige uitzichten. Lunch hadden we op een bankje in de schaduw van een wel hele dikke boom.

De tweede helft kwamen we in de buurt van Limoges, een erg grote stad waar we een overnachting hebben bij Maison Diocesaine, een voormalig klooster. Een stukje rust in een drukke stad.

Maar om terug te komen op vraag en antwoord, mijn schoenen waren volledig versleten. Vooral de hak, daar vielen de gaten in. Ik moest dus echt nieuwe schoenen. Maar waarom weet ik niet, maar het is erg lastig om een buitensportwinkel te vinden in Frankrijk. En als wandelaar ben je ook beperkt in je bewegingsvrijheid. Dus uiteindelijk heb ik in Limoges een sportwinkel gevonden die gelukkig één model Lowa had. Daarvan wist ik dat zeer qua pasvorm bij mijn voet paste. Na wat ruggespraak met Soellaart buitensport in Haarlem heb ik ze gekocht. Dus komende dagen inlopen en dan afscheid nemen van mijn afgetrapte, versleten Hanwags, met pijn in het ❤️

Van rommelig naar…

Wakker worden in een rommelig huisje van een kunstenares… Overal teksten op de muren, overal ligt wat, beetje smoezelig… We hadden deze unieke plek niet willen missen maar goed dat het voor één nacht was.

Volgens de weersverwachting zouden we de hele dag wat regen krijgen maar toen we vertrokken was het heerlijk weer. Wat bewolkt, niet te heet en droog. We liepen heerlijk door de bossen en het landschap is nog steeds prachtig. Echt het mooiste wat we tot nu toe hebben gehad. Het was op het laatst wel even doorlopen want we zagen in de middag en dreigende lucht aankomen en hoorden al wat gedonder in de verte. Dit keer hadden we geluk, net toen het hard begon te regenen bereikten we onze Refuge Pelerin.

De openingstijden van de winkels is nog steeds een dingetje hier. Als wandelaar heb je niet heel veel bewegingsvrijheid en ben je toch afhankelijk waar je langs komt. En dan is het op zondag al weinig, op maandag als je pech hebt is er ook weinig open en bleek vandaag de Boulanger die we verwachtten ook op dinsdag nog dicht te zijn. Gelukkig hadden we nog wat oud stokbrood in onze tas en dat is dan even héél lekker. In het dorpje waar we onze overnachting hebben (Saint-Leonard de Noblat) is gelukkig wat meer open en hebben we onze voorraden weer aangevuld.

Verder is ons huisje ook top. Een ruime plek voor 10 pelgrims waar we met z’n tweetjes zijn. Mooi ingericht, schoon, keukentje, wasmachine… Helemaal af, zo blij mee. Het ligt naast een oude kerk, met klokken die ieder half uur luiden.

Hoog, hoger, hoogst…

Pfff, dat was flink klimmen vandaag. We hebben het hoogste punt tot nu bereikt, 680 meter.

We waren het dorpje vanochtend nog niet uit of de weg ging al omhoog. Dat beloofde wat. Eerst nog over asfalt, maar later veranderde dat in een bospad. Dat was best lekker want daardoor ook lekker in de schaduw. Hoger en hoger ging het. Maar het was zeker de moeite waard.

Na de beklimming volgden we op advies van onze gastvrouw een andere route, wat korter maar ook veel mooier. Dat advies bleek volledig waar te zijn. Wat een prachtig bospad door de uitlopers van het Centraal Massief.

Na onze laatste rustpauze moesten we nog een stukje klimmen. Dat voelden we goed aan onze benen. Maar gelukkig konden we die later op de middag te rusten leggen. Ons huis voor vandaag is van een kunstenares, beetje chaotisch, we begrijpen haar af en toe niet, maar het komt uit een goed hart.

Nog even een extra die we jullie niet willen onthouden: we hebben zojuist het meest interessante diner van onze hele tocht gehad. Niet alles is geschikt voor deze blog, maar het eindigde met een Frans pelgrimslied gezongen en begeleid op gitaar door onze gastvrouw. Geweldig!

Lekkele soepie

Na een goeie wandeling moet je goed eten. En als alle supermarkten dicht zijn of niet eens in een dorpje zitten moet je wat improviseren.

Maar eerst moest er gewandeld worden natuurlijk. Dus om iets voor zeven de wekker, half acht ontbijt en om iets over acht lopen we naar buiten. Eerst bij de Boulanger langs voor wat baguettes en daarna in de benen. We zitten hier duidelijk in de uitlopers van het Centraal Massief. Veel klimmen en dalen en hoogtes tot een kleine vijfhonderd meter. Voor ons zijn normaal de duinen al hoog, dus het zijn lekkere kuitenbijters hier. Maar mooi is het wel…

Rond half vier zijn we bij ‘Chez Bernie’. Het lijkt een voormalig café te zijn. We worden vriendelijk ontvangen door, naar ik aanneem, Bernie en worden rond geleid. We mogen gebruik maken van de (bedrijfs)keuken en er staan nog wat spullen die we mogen gebruiken. En zoals gezegd, de supermarkten waren dicht dus we hadden alleen baguettes en Nutella bij ons.

En als er dan cup-a-soup in de keuken staat dan heb je in ieder geval een basis. Maar ja, om daar nou je maal mee te doen… We waren er inmiddels ook achter gekomen dat de gasfles voor het gasfornuis leeg was, dus echt koken ging niet. Hoe krijg je macaroni gaar zonder te kunnen koken?Nou, proefondervindelijk blijkt dat als je er twee maal gekookt water overheen giet het na enige tijd best gaar is. Dus de macaroni kon ook door de soep. En dan stond er nog een blik linzen. Die hoefde niet gekookt te worden, die warmde zo wel op in de soep. Wat sneetjes stokbrood erbij en ik kan jullie vertellen dat er een zeer voedzame maaltijd hadden. In ‘Huize Van Vliet’ wordt zoiets een Lekkele Soepie genoemd… En dat was het’

Hieperdepiep…

Dat ik op de Camino jarig zou zijn wist ik wel maar altijd was daar de vraag: waar zijn we dan…? Vandaag wist ik het antwoord… In Crozant werd ik wakker en in La Souterraine ga ik slapen.

Voor wat betreft het wandelen was het een dag als alle anderen. Om acht uur vertrokken we, in de hoop dat we droog zouden overkomen. (spoiler: dat is niet gelukt) We gingen direct het bos in en wat gisteren toen we aankwamen nog een klein stroompje was, was door de flinke regenbui van gisteravond en flinke stroom geworden. Maar zo door de bossen, met een mooi breed pad was het heerlijk wandelen.

Het was bij ons aanmerkelijk afgekoeld, graadje of 23, en daardoor heerlijk wandelweer. De kilometers vlogen voorbij. Onderweg kwamen we ook nog een Schotse pelgrim met een ezel tegen. Ze liep vanaf Santiago terug naar Schotland, mèt ezel dus. Voor haar was het thuiskomen erg belangrijk.

Onderweg bij de Boulanger nog een lekker gebakje gescoord, we hadden tenslotte iets te vieren, en op naar La Souterraine. Net voordat we er waren besloten ze boven dat de sluizen wel even open gezet konden worden. En zo kwamen we dus als twee totaal doorweekte pelgrims aan bij onze Gite. Na een douche een even de kleren wassen waren we alles al weer gauw vergeten.

Wat deze dag trouwens wel anders maakte dan de andere dagen was de continue ‘ping’ van mijn mobiel. Het was duidelijk: in Nederland waren jullie mijn verjaardag niet vergeten. Video-boodschap om 0.03 uur (lagen we te slapen) en veel, heel veel tekstberichtjes. Dank jullie wel daarvoor allemaal 🙏🙏🙏

Na zonneschijn komt regen

Het aantal kilometers dat we op een dag lopen wisselt af en toe wat. Dat heeft soms twee maken met rust of lekker doorgaan maar vaak ook met de beschikbaarheid van overnachtingsadressen. Soms moet je even een kortere etappe plannen om daarna weer een paar etappes je ‘normale’ afstanden te kunnen lopen.

Zo ook vandaag, we hebben 16 mooie kilometers gelopen en zitten nu in een ruim, voor zes personen, gemeentelijk pelgrimshuis. Ruim, oud, maar met douches en een keukentje. En omdat we hier met z’n tweetjes zijn hebben we genoeg ruimte.

Het landschap begint wel weer te veranderen, het wordt heuvelachtiger en groener. Meer hoogteverschillen een vooral ook wat stijlere beklimmingen en afdalingen. Conditioneel wel pittig, maar ook wel lekker om te doen.

Het voordeel van de kortere etappe was dat we bijtijds op ons adresje waren. Geen overbodige luxe gezien de regen en het knetterende onweer dat laat in de middag en avond viel.

Virtuele ontmoetingen

Vandaag stond in het teken van ontmoetingen, geen echte ontmoetingen van mens tot mens, maar toch…

Vandaag stond er een relatief korte etappe van 21 kilometer op de planning van Cluis naar Cuzion. Op zich niet een heel bijzondere etappe ware het niet dat onderweg en eerste ‘ontmoeting’ plaats vindt. Om half negen trokken we de deur van ons pelgrimshuisje achter ons dicht, sleutel weer onder de steen gelegd en gaan. Al vrij snel passeerden we een viaduct van tientallen meters hoog. Mooi om te zien en overheen te lopen. Het landschap begint langzaam wat meer hoogteverschillen te kennen, dus af en toe pittig klimmen en dalen.

Iets over de helft van de etappe vond de eerste virtuele ontmoeting plaats. In het plaatsje Gargilesse komen de Noord- (via Bourges) en de Zuidroute (via Nevers) van de Via Lemovicensis weer samen. Wij hebben de zuidelijke route gevolgd en vonden die erg mooi.

Na een laatste stuk brood liepen we de laatste kilometers klimmend, dalend, zwetend, puffend en hijgend naar ons huisje. Een mooi ingericht huisje van alle gemakken voorzien. Lekker het rijk alleen en op het gemakje relaxen in de tuin.

En die tweede ontmoeting dan? Die kwam uit onverwachte hoek via de mail van onze CaminoVlietjes… Onderweg ligt er in bijna ieder pelgrimshuis wel een Livre d’Or, een boekje waarin je kort schrijft hoe het was, naam en bv website. Daarnaast ontmoet je onderweg pelgrims en hospitalero’s (ik noem ze hier altijd de gastouders), en wordt er ook best over andere pelgrims die er geweest zijn gesproken. Zo wordt er over ons vaak als ‘de vader en zoon’ gesproken…

En zo kregen we vandaag dus een mail van een Nederlandse mede-pelgrim die onze namen al een paar keer hadden gezien in de boekjes. Wij liepen meestal één of twee dagen voor hen en zo hebben we elkaar dus nooit ontmoet. Wel hebben we allebei bij het Nederlandse ‘Nos Repos’ gelogeerd en daar stond in het gastenboek onze website. Zo kom je dus in contact met elkaar, gaan verhalen van pelgrims de ronde, heb je het gevoel dat je iemand al kent zonder ze ooit ontmoet te hebben.

De afstanden op de Camino zijn groot, maar soms is het een klein wereldje.

Doorknallen

Na de zo gezellige avond bij Marian en Huub moesten we vanochtend toch wel met pijn in ons hart afscheid nemen. Wat was het fijn om daar te zijn en om hun Camino-verhalen te horen. Iets later dan gepland (half negen) bracht Huub ons weer naar Lacs en begonnen we op het kerkpleintje waar we gisteren waren geëindigd.

Het was inmiddels al 19 graden en de temperatuur zou gauw gaan oplopen. En onze overnachting stond bijna 30 kilometer verder in Cluis gepland. Dat werd dus doorknallen in de warmte van Frankrijk. Maar met ruim drie liter water moest dat lukken… Toch?

Om half twaalf hadden we onze eerste tussenstop, een mooi dorpje met kasteel.

Nadat de vliegjes ons een beetje hadden weggepest gingen we door, heuvel op, heuvel af, schaduw in, schaduw uit. De watervoorraad leek wel te verdampen en een kilometer of drie voor Cluis was alles op. En dan zorgt een pittige beklimming voor een erg droge mond.

Gelukkig vonden we ons pelgrimshuisje gemakkelijk. Er hing een briefje op de deur dat de sleutel onder een steentje lag, wat klopte. We konden dus gauw naar binnen en de kraan zo ongeveer leeg drinken. Vanavond bijtijds naar bed, morgen een wat kortere etappe.

Zo, deze blog staat er weer bijtijds. Krijg ik geen verontrustende waar de blog blijft en of alles wel goed met ons gaat 😃😃

Een warme ontvangst

Voor alle ongeruste lezers die gisteravond dachten waar de blog bleef… We hadden een te gezellige avond en geen internet dus bij deze alsnog het verslag van gisteren.

Zo slaap je in een koude tent en zo krijg je de warmste en meest spontane ontvangst bij mensen thuis…

Na een koude nacht in de tent was het vanochtend al vroeg weer dag. Om zeven uur ontbijt en rond achten vertrokken we richting Lacs, een wandeling van ongeveer 27 kilometer. Onze gastheer Guy wist een kleine omweg die zeker de moeite waard zou zijn. Dat hebben we gedaan maar het uitkijkpunt viel tegen en die extra kilometer die we extra moesten lopen bleek aan het eind wel zwaar te zijn in de hitte. 

Dus via jawel, ChateauMeillant, liepen we naar Néret en vandaar door naar Lacs. Op zich best een mooie route maar met de volle zon op je hoofd, 29 graden in de schaduw en weinig wind is het best pittig. Maar goed, we hebben het gehaald. 

De plek waar we gingen overnachten was een zeer onverwachte, althans, de wijze waarop deze tot stand was gekomen. Een spontane ontmoeting in Orval op zondag met een Nederlands stel eindigde in een uitnodiging om bij hen te komen slapen. Daarvoor werden we zelfs opgehaald in Lacs. En wat hebben we genoten van de gezellige gesprekken, het heerlijke eten en, ja gewoon alles. Helemaal top! Marian en Huub: duizend maal dank voor jullie gastvrije ontvangst. Het was fantastisch. 🙏🙏🙏

Il n’est pas de vacance!

Een pelgrimstocht is geen vakantie, maar soms…

Meestal regel ik de overnachting één of maximaal twee dagen van te voren. Liefst per Whatsapp of mail, maar vaak reageren ze daar niet op en moet ik gaan bellen. Nou lukt het vragen om een bed nog wel en de verwachte vragen als ‘eten jullie mee’ herken ik ook wel. De melding dat we geen vlees en vis eten geeft soms wat vragen maar is ook nog overkomenlijk. Kortom, ook het bellen in het Frans gaat redelijk. Tot gisteren, toen ik voor onze huidige overnachting belde. Ze begon over een tent, maar ja, die hebben we niet meer. Een heel verhaal wat ik niet zoveel van begreep. Gelukkig was haar dochter erbij die een beetje Engels sprak. De kamers waren allemaal vol, maar ze zouden een tent in de tuin zetten. Nou, met dit weer is dat prima.

Dus vanochtend vertrokken we na een goede nachtrust vanuit Bouzais naar Le-Chatelet-en-Berry. Temperatuur en omgeving waren prima en het lichaam ook. De omgeving was er afwisselend bos en open vlakte, maar nooit saai eigenlijk.

Het voordeel van vroeg vertrekken is dat je al gauw op de helft bent en een lekker plekje voor de (eerste) lunch kan zoeken. Die vonden er in een leuk dorpje bij de kerk. Tip 1 bij de kerk staat altijd een bankje. Tip 2 die we twee dagen geleden kregen: bij een begraafplaats is altijd een kraantje. En die komen we, zoals jullie weten, veel tegen.

Na de lunch verder, het werd langzaam warmer maar gelukkig liepen we veel in het bos. Af en toe een watervalletje en soms nieuwsgierig bekeken door een paar loeiende dames in de wei.

Onderweg hadden we het nog over ons overnachtingsadres. Benieuwd wat het zou zijn, eigenlijk niet al te hoge verwachtingen. Nog even stukje omgelopen voor wat boodschapjes en toen door. Inmiddels was het zo’n 29 graden geworden, dus na 25 km was het ook wel mooi voor vandaag. Onze gastouders stonden al in de tuin en brachten ons meteen naar de tent. Maar de tuin werd niet alleen gevuld door de forse tent… Maar ook door een heel groot zwembad! De tent hadden we gauw bekeken… Maar ehhh, mogen we ook gebruik maken van het zwembad????? Bien sur! Dus binnen vijf minuten lagen deze bezwete, vermoeide, oververhitte pelgrims in het zwembad te dobberen. Kijk, dat afzien voor pelgrims is leuk natuurlijk, maar een beetje vakantiegevoel kwam nu toch wel ernstig boven. Of, zoals één van onze Nederlandse hospitalero’s zei: ‘Il n’est pas de vacance’… Maar een strafexpeditie hoeft het ook niet te worden.

Canal de Berry (deel 3)

We komen er maar niet vanaf, maar het is ook geen straf: lopen langs het Canal de Berry. Voor de derde dag op rij volgen we dit kanaal. Op sommige stukken droog gevallen, maar soms ook nog vol met water. Het jaagpad dat we volgen is soms een strak geasfalteerd fietspad, soms een kort gemaaid grasje en soms gras van een meter hoog. Al met al dus helemaal geen straf om hier te lopen.

En net als in Nederland, misschien nog wel meer dan in Nederland, is het hier in Frankrijk op zondagochtend heerlijk rustig. Boulanger is open, verder weinig verkeer en dus heerlijke wandelomstandigheden. En als je dan niet veel op de stickertjes met de wegenwijzering hoeft te letten schiet het lekker op. De 23 kilometer vlogen om een bijtijds kwamen we bij ons volgende adresje in Bouzais aan. Een knus pelgrimshuisje van dezelfde organisatie als de vorige. Maar in tegenstelling tot gisteren en veel dagen hiervoor werd de warmte hier eind van de middag verdreven door een knetterend onweer. Heerlijk, je zou er bijna in gaan dansen.

En wat deze dag, wat deze Camino, zo speciaal maakt… Lopend door Orval horen we ineens een ‘Bon Camino’ achter ons. Een echtpaar spreekt ons aan en het blijken Nederlanders te zijn. Ze hebben ervaring met de Camino en bieden ons spontaan en slaapplek aan. Ze wonen wat verder weg, maar we kunnen het met elkaar zo regelen dat het voor dinsdag lukt. Hoe mooi is dat!

Een mooie mijlpaal.

Al doende leert men… Dus wij ook 😃 Zo was het lekkere ontbijt dat we kregen om zeven uur, en even voor acht uur liepen we weg. En om er nog maar een wijsheid in te gooien: als je je druk maakt als je het rustig hebt, kun je rustig aan doen als je het druk hebt.

Dus in de koelte van de ochtend hebben we ruim dertien kilometer gelopen om daarna een wat uitgebreidere lunchpauze te nemen. En de laagste acht kilometer konden we wat rustiger aan doen. Sterker nog, we kwamen om half drie al aan in het dorpje maar konden pas om vier uur in het pelgrimshuisje, dus we hebben op een picknickplek net buiten het dorpje lekker relaxt in de schaduw. Heerlijk zo op het warmst van de dag.

We hebben, net als gisteren, heerlijk langs het kanaal ‘Berry’ gelopen. Met dit verschil dat we nu grotendeels in de schaduw liepen. Wat verder nog opviel was dat grote stukken van het kanaal volledig droog waren gevallen. Of dit bewust is gedaan weten we niet, maar het ziet er wel bijzonder uit.

Het pelgrimshuisje waar we vandaag zijn wordt gerund door een Franse organisatie die er voor zorgt dat er voldoende huisjes voor pelgrims beschikbaar zijn op de route. Er zijn vrijwillgers beschikbaar die de pelgrims ontvangen en een beetje in de watten leggen. De vrijwilligers hebben zelf ervaring met het lopen van de Camino dus ze weten precies wat een pelgrim behoefte aan heeft: douche, eten, wasmachine en een lekker bed. En dat hebben ze hier precies allemaal. Fantastisch!

Als laatste mag een belangrijke mijlpaal niet onvermeld blijven: we hebben vandaag de 1000 kilometer-grens bereikt.

Château van Vliet

Zo zit je in een klooster en zo zit je in een château… Je maakt wat mee op de Camino.

Het ontbijt hebben we vanochtend al vroeg genuttigd vanwege de verwachte warme dag. En met 25 kilometer voor de boeg wilden we niet tot heel laat lopen. Dus even na acht uur zeiden we St Bernadette vaarwel en vertrokken we richting de rivier de Loire. Deze rivier zou een deel van de dag onze gids zijn. Soms er vlak langs, soms met wat bomen ertussen, ze was nooit ver weg. We zijn de Loire zelfs een keer overgestoken met aan onze linkerzijde een kanaal. Best bijzonder.

Ergens in de middag namen we afscheid en bogen we af. Wat ons restte was een lange rechte weg van een kilometer of negen die ons naar ons château bracht. Vol verwachting klopte ons hart natuurlijk. Helaas werden we naar een klein huisje gebracht met uitzicht op het château. Daar moesten we het mee doen. Ruim? Dat zeker. Oud en wat krakkemikkig? Ook zeker! Maar verder prima plekje na een prima wandeldag.

Niks doen in Névers

Op de mooiste, rustigste en meest indrukwekkende locatie van Névers een rustdag hebben… Dat nodigt niet echt uit om wat te doen. Nou ja, niets… Een beetje van de stad wilden we toch wel zien een uiteraard wilden we de kapel wat St Bernadette ligt opgebaard ook wel bekijken.

Maar de dag begon met een bezoek aan… De kapper. Ik had bedacht dat het toch wel verstandig was om voordat we St Bernadette met een bezoek zouden vereren, mijn haar wel een beetje fatsoenlijk zou moeten zijn. Dus na het ontbijt ging ik de stad in op zoek naar een kapper die eigenlijk direct tijd had. Bij de vierde had ik geluk en is alles weer een beetje gefatsoeneerd op mijn hoofd.

Bij terugkomst in het klooster zijn we naar de kapel gegaan. Erg indrukwekkend en ook wel vreemd om iemand die in 1879 is overleden en er toch uitziet alsof ze ligt te slapen in een glazen kistje. In het museum liggen diverse stukken zoals haar tas en paraplu die ze bij zich had toen ze bij het klooster aanklopte.

Daarna zijn we de stad in gegaan en hebben we het historische stadhuis en de kathedraal van Névers bezocht. Dat viel eigenlijk een beetje tegen want die was grotendeels afgesloten vanwege een verbouwing. Wel bijzonder zijn de vrij moderne glas in lood ramen. Dat komt omdat de kathedraal in WOII is gebombardeerd en daarna weer is opgebouwd. Vrij nieuw dus eigenlijk.

Na bezoek aan de Boulanger en de supermarkt hebben we heerlijk in de kloostertuin gegeten, gelezen, route uitgestippeld en zitten wegdromen. Goed om het lichaam en geest even rust te geven.

Daar wordt je stil van…

Het voordeel van een ‘eigen’ pelgrimshuisje is dat je vooraf geen tijd voor het ontbijt hoeft te geven. Dus we sliepen uit tot kwart over zeven, het vaste recept bij de Boulanger om de hoek gehaald en lekker ontbeten. Even na negen uur liepen we weg voor een relatief korte etappe naar Névers. Een redelijk grote stad op de route. Net als gisteren liepen we voornamelijk over niet al te drukke asfaltwegen door het groen. Niet heel spectaculair, maar wel prettig lopen. Het was wel goed te merken dat Frankrijk weer aan het werk was.

En zo kwamen we langzaam in de buurt van Névers, bekend om z’n kerken en het klooster waar St. Bernadette van Lourdes heeft geleefd en is overleden. Dit klooster biedt ook kamers aan als je in retraite wilt en dus ook aan pelgrims. We hadden al gehoord dat dit een zeer bijzondere ervaring is en aangezien we morgen een rustdag hebben, slapen we hier twee nachten.

In het klooster hangt een zeer serene sfeer, heel rustig. Het bijzondere hier is ook dat St. Bernadette hier is opgebaard in een glazen kist. We hebben dat nog niet gezien, maar gaan dat morgen zeker doen. Dus een bijzondere en zeer rustgevende omgeving in een vrij grote stad…

2e Pinksterdag in Frankrijk…

… dan is het rustig op straat, heel rustig. Want veel winkels zijn dicht, een enkele supermarkt of boulangerie is tot 12 uur open en de Mairie (gemeentehuis) die is dicht. Maar wat nu als de sleutel van het pelgrimshuisje bij die Mairie moet worden afgehaald?

Om half negen vertrokken we met pijn in ons hart bij ‘Le Coeur du Chemin’. Op het terras was er nog lekker schaduw en onze gastheer boodt aan dat we best konden blijven. Maar de Camino wacht niet dus we vertrokken in de nog relatieve koelte van de ochtend.

De wandeling was met 23 kilometer wel prima en met veel wandelen in de schaduw over gladde wegen schoten we lekker op. In de ochtend hadden we bij de Boulanger, de enige die dus open was, nog een heerlijke ‘pain’ gekocht, zo’n groot stokbrood met een heerlijk knapperige korst. Die hebben we bij de lunch op een boomstam zittend, opgesmikkeld.

En zo kwamen we rond half drie aan in Guérigny. Daar is dus een gemeentelijk pelgrimshuisje, maar de sleutel moet je ophalen bij de Mairie. Sterker nog, eigenlijk moet je ook reserveren zodat ze weten dat je eraan komt. Maar ja, een pelgrim reserveert nooit meer dan één of twee dagen vooruit. En toen ik zaterdag dus wilde reserveren was de Mairie gesloten… En zondag ook… En maandag dus ook.

Maar met het idee dat Jacobus met ons meeloopt en altijd voor een oplossing zorgt kwamen we aan. Mijn gedachte: laten we naar de Mairie gaan en kijken of er iets hangt bij de deur voor pelgrims. Niet dus. Er stond wel een auto met een wat oudere man erin. Of hij ons een beetje zag dralen weet ik niet maar hij stapte uit en ik sprak hem aan. Of hij misschien wist of er ergens een sleutel was voor het pelgrimshuis. In Frankrijk is iedere gemeente min of meer verplicht om zoiets te hebben. De man zei dat hij het niet wist, maar om de hoek was een zaaltje waarin iets gaande was en daar was wellicht iemand die meer wist.

Wij naar het zaaltje, nou ja zaal. Alle deuren stonden open vanwege de warmte en we konden precies horen wat er gaande was. QUATTRE… VINGHT-SEPT… SOIXANTE-NEUF… ☺️ Dat was dus bingo voor de lokale bejaardensoos, een zaal vol. We konden natuurlijk niet door die volle zaal in vol pelgrimsornaat naar binnen gaan dus wij achterom gelopen en daar konden we iets onopvallender iemand aanspreken. In mijn beste Frans uitgelegd dat ik op zoek ben naar de sleutel van het pelgrimshuis. De man vroeg wat zaken en hij leek me te begrijpen. Hij pakte zijn telefoon en begon te bellen. Kort daarna zei hij dat er met vijf tot tien minuten iemand zou zijn met de sleutel van de Mairie.

Wij wachten buiten geduldig af en ja hoor, daar kwam een man. Hij vroeg ons mee te lopen en we gingen de afgesloten en lege Mairie in. Zou het dan toch lukken?

Hij vroeg onze paspoorten, we kregen een stempel in ons pelgrimspaspoort en betaalden. Daarna kregen we dan echt de sleutel van het huisje. Het was ons gelukt! Helemaal blij liepen we naar het huisje, niet meer dan een kleine keuken, slaapkamer, douche en toilet maar toch… Dit was wel geregeld. En zo zie je maar… Er komt altijd een oplossing.

En morgen… Morgen slapen we op een zeer bijzondere plaats.

Gisteren lang, vandaag wat korter…

Eerste Pinksterdag in Frankrijk, eigenlijk gewoon een zondag als vorige zondagen. Voor ons staat er vandaag een korte etappe op de planning. Na de lange, warme etappe van gisteren komt dat wel lekker uit. Maar ook voor wat betreft de overnachtingsadressen komt het zo uit. We proberen onze etappes zo rond de 25 km per dag te plannen, maar je bent altijd afhankelijk van de locatie waar je kunt slapen. En soms past dat perfect en soms is het langer of korter.

En zo liepen we vanochtend om een uur of negen weg voor een etappe van 13 km die niet heel erg leuk was. Veel langs een provinciale weg die door de zondag gelukkig ook weer niet heel druk was. Maar als wandelaar ben je altijd erg kwetsbaar in vergelijking met de auto’s… En veel automobilisten lijken zich dat niet altijd te realiseren.

Al lopend kwamen we door enkele kleine dorpjes. Één van de dorpjes was helemaal in Camino-sfeer met allemaal leuk geverfde schelpen. Die waren op allerlei punten opgehangen en aan één muur hingen er heel veel.

De zon scheen uitbundig en voordat het echt heet werd waren we op de plaats van bestemming: Le Coeur du Chemin. Een prachtige pelgrimsherberg gerund door Ruud en Liesbeth. We werden hartelijk ontvangen en hebben in de achtertuin wat gedronken en verder kennis gemaakt.

Toen de F1, Monaco, ter sprake kwam hadden we elkaar al gauw gevonden… Wij Viaplay en Ruud de TV. En zo hebben we met z’n drieën de race gekeken. In de avond hebben we gezellig met z’n viertjes heerlijk gegeten en bleek de wereld toch wel erg klein te zijn…

Een goede vraag…

Vanochtend een vroeg ontbijtje, 7.00 uur, want we wilden een beetje voor de warmte gaan lopen. Dat was het idee… Dus om iets over zeven zaten we met z’n viertjes aan het ontbijt: drie pelgrims en één vrijwilliger van het pelgrimshuis. Ze kwam uit Canada, heeft de Camino al eens gelopen en helpt nu om andere pelgrims een aangenaam verblijf te geven. Ik kan je vertellen: dat is gelukt. Het ontbijt was heerlijk, maar de gesprekken waren nog veel beter. Zo vroeg in de ochtend en dan al zo vertrouwd met mensen die je net kent zo diepgaand praten. Zo mooi. Later kwamen de eigenaren er ook nog bij en zo kwam er van een geplande vroege start helemaal niets terecht en namen we om kwart voor negen afscheid van elkaar.

Maar als je al een goed gesprek hebt gehad, dan gaat dat al lopend nog wel even door. En juist dat is ook de bedoeling van deze gesprekken. ‘Food for Thought’ in goed Nederlands. Dank Dorethy, Huberta en Arno 🙏 We hebben met spijt in ons hart maar met een goed gevoel afscheid genomen.

Het was vandaag, en zeker vanmiddag, erg warm in midden-Frankrijk. Zes- a zeventwintig graden en als je dan in het zonnetje aan het lopen bent, met niet zoveel schaduw, dan is het even doorbijten. Zeker de laatste vijf-tien kilometer. Maar met een pauze hier en daar, veel drinken en je dochter/zus een poosje aan de telefoon komt ook aan deze 31 kilometer en einde. Zeker ook in de wetenschap dat we morgen wat minder hoeven.

Dit keer slapen we niet in een mooie herberg maar doen we het met een voormalig postkantoor dat nu wordt gebruikt om pelgrims op te vangen. We zijn er met z’n drietjes, dezelfde als gisteren. Dus je kent elkaar een dag maar het voelde als het ontmoeten van een oude vriend. Lekker samen een pasta-maaltijd in elkaar geflanst en zo sloten we de dag af.

Via Lemovicensis

Vanochtend zijn we vertrokken uit Vezelay. Een bijzondere ervaring om uit zo’n historisch dorpje te vertrekken. Voor 1000 jaar vertrekken uit dit dorpje, vanaf dit plein bij de basiliek, pelgrims op weg naar Santiago. DUIZEND jaar geleden liepen hier al mensen de weg die wij nu ook lopen: naar Santiago de Compostela.

Met dit gevoel liepen we weg uit Vezelay op deze historische weg. De Via Lemovicensis, zoals deze weg heet, is ongeveer 900 kilometer lang en voert ons naar St-Jean-Pied-de-Port, een klein pelgrimsdorpje aan de voet van de Pyreneeën. In Vezelay maak je de keuze voor de noord- of de zuidroute, via Bourges resp. Nevers. Wij hebben gekozen voor de zuidroute, die is meer met natuur, de noordroute is meer cultuur.

En natuur hebben we gekregen hoor. Mooie bospaden door een prachtig landschap. Geen grote omgeploegde akkers of bespoten wijngaarden, maar bos, fraai wuivende graanakkers en wat andere ondefinieerbaar groen. Dat de zon de hele dag zijn best deed hielp ook wel mee.

Onderweg hebben we nog lang over Vezelay gesproken. En ze bleef ons ook nog lang achtervolgen. Bij iedere heuvel die we waren afgedaald zeiden we dat we de basiliek nu toch niet meer zouden zien. En bij iedere nieuwe top keken we achterom en was ze toch weer zichtbaar. Tot we na 18 kilometer lopen toch echt afscheid moesten nemen.

Het dorpje Vezelay

Onderweg kwamen we ook nog een andere pelgrim tegen. Eerst passeerden we elkaar, hij zat wat te eten. Daarna passeerde hij ons, wij zaten wat te eten. Toen er elkaar daarna lopend passeerden maakten we een praatje en liepen wij verder. Hij moest wat aan het karretje veranderen waar hij mee liep. Toen wij op een bankje en appel zaten te eten kwam hij weer voorbij. Nu kwam hij erbij zitten en bleken we in dezelfde herberg te verblijven. We hebben de laatste kilometers met z’n drieën gelopen.

De herberg, l’Esperit de Chemin, is schitterend. Gerund door twee Nederlanders en vrijwilligers. Zo mooi, zo voor pelgrims in alles. Wat een mooie plek creëren zij hier. Een gezamenlijke maaltijd waarin de gesprekken met elkaar centraal staan. Waarbij je bijna het heerlijke eten vergeet.

Heuvel op, heuvel af…

De wekker ging vandaag vroeg, om half acht was het ontbijt. Niet omdat wij perse zo vroeg weg wilden, maar onze gastvrouw moest naar haar werk. Ook daar moeten we uiteraard rekening mee houden. Dus heerlijk ontbijtje genuttigd, stempel voor in het paspoort en afscheid genomen. Vooral van Kobus… Ja-kobus

We liepen Accolay uit en liepen zo het bos in. Uiteraard moesten we vandaag ook even een ‘Abraham’ feliciteren dus dat hebben we maar meteen gedaan. Daarna was het veel heuvel op, heuvel af over mooie paden, kleine dorpjes en dichte bossen.

Over de binnenkomst bij die dorpjes trouwens, ik schrijf wel eens dat die dorpjes en beetje een dooie boel zijn. Maar bij binnenkomst is het dat vaak ook… Het eerste wat je ziet is vaak het kerkhof. Ik hoop niet dat het allemaal pelgrims zijn die ze daar hebben begraven…

We hadden vandaag een wat kortere etappe omdat in één keer door naar Vezelay te lang was. Dus met ruim 18 kilometer op de teller konden we bij ons nieuwe onderkomen heerlijk genieten van het zonnetje. ‘Il n’est pas des vacances’ … maar een beetje genieten mag best.

Tijdens het eten een mede-pelgrim ontmoet, een Portugees die al lange tijd in Frankrijk woont. Was wel gezellig aan tafel hoewel na een paar wijntjes ging hij steeds sneller praten… Dus begreep ik er steeds minder van. Nou ja, morgen laatste dag Via Campiniensis… Op naar Vezelay’

Jacobus beslist…

Vanochtend was het best fris en heiig maar in tegenstelling tot gisteren trok het niet op. En met de wat steviger wind op de heuvels tussen de wijngaarden maakte dat het best fris. En voor mij, lekker lopend in shirtje en korte broek, werd het toch wat té fris, dus toch maar weer m’n jack aangedaan.

Dus zo liepen er om wat na negen uur weg uit het parochiehuisje. Chablis uit en de wijngaarden in. Eerlijk gezegd ben ik niet zo’n fan van het lopen tussen de druivenranken. Redelijk wat tractoren rijden er tussen en ik heb het idee dat er vrij veel ‘gewasbeschermer’ (lees: gif) wordt gespoten. Het voelt niet echt prettig. Maar we zullen de komende maanden nog best wel eens wat dagen tussen de steeds verder groeiende druiven lopen. Champagne en Chablis hebben we al gehad, in ieder geval Bordeaux en Rioja liggen in het verschiet.

Al lopende opperde Raymond dat het misschien een idee was om het laatste stuk naar Vezelay morgen in één keer te lopen in plaats van twee dagen. Een pittig stuk van bijna 30 km met veel hoogtemeters. Ik twijfelde…

En zo liepen we de hele dag omhoog en omlaag, bij elkaar 500 omhoog en evenveel omlaag. Het viel niet mee. En daarmee werd ook meteen de vraag over de keuze voor Vezelay beantwoord, dat zouden nòg met hoogtemeters in zitten. Bedankt Jacobus 🙏

Onderweg veel van wat we al veel hebben gezien: verlaten dorpjes, kerkje hier, kerkje daar een een kruis ter nagedachtenis van…? Die kerken in de dorpen zijn trouwens wel altijd mooie herkenningspunten, dat was in Nederland en ook hier in Frankrijk. Je ziet een dorp vaak al van ver door de kerktoren.

Vanavond een mooi pelgrimsonderkomen in Accomay bij een Nederlandse vrouw. Een prachtige plek waar we hartelijk werden ontvangen, heerlijk hebben gegeten, gezellig hebben zitten kletsen en vast ook heerlijk slapen na een inspannende dag.

Van Vlie’ in Chablis

Het was vanochtend nog wat heiig toen we vertrokken, heiig en windstil. Dus prima weertje om de eerste kilometers vanaf Roffey af te leggen. Het eerste dorpje, nou ja… gehucht, dat we tegenkwamen was grotendeels gewijd aan onze Jacobus, Jacobus de Meerdere. Zo was er een Rue de St Jacques en een kerk Saint-Jacques-le-Majeur.

De paden waar we overheen liepen waren over het algemeen prima begaanbaar. Wat asfalt, maar ook veel gras en wat grote-kiezelpaden. Die laatste lopen dan weer niet zo lekker. Je hebt er niet echt grip op. Maar zo liepen we langs wat akkers en bosranden… Af en toe een dorpje en jawel, toen we in de buurt van Chablis kwamen waren daar de eerste wijngaarden weer. Of eigenlijk wijngaardjes, het was nog wat klein.

De zon was inmiddels goed doorgekomen en zo lopend over de toppen van de heuvels en daarna afdalend over de witte kalkrijke paden naar het stadje Chablis werd het best warm.

Chablis

Ons overnachtingsadres was dit keer geen gîte of iets dergelijks maar een parochiehuis bij een kerkje. De vrouw die ons hartelijk ontving had ik gisteren ook al aan de telefoon gehad. ‘Bonjour Martin, bonjour!!’ Ze gaf ons wat uitleg over de Spartaans ingerichte kamer, maar het voelde zoveel beter dan eerdere locaties waar we hebben gezeten. Heerlijk dit.

Na het eten zijn we nog even het stadje ingegaan om een ijsje te halen. Eindelijk was het weer zo lekker dat we daar trek in hadden. We hebben meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om de kerk van de Heilige Martinus te bekijken. Een kerk die dateert uit 1160 en midden tussen de huizen ligt en alleen bereikbaar door allerlei kleine steegjes.

Briefjes…

Ooit was er een tijd dat we elkaar boodschapjes achterlieten via briefjes. Als ik naar een vriendje ging en m’n ouders waren niet thuis, dan legde ik even een briefje op de keukentafel waar ik heen was. Of als ik uit school kwam en er moesten nog wat boodschapjes gedaan worden, dan legde mijn moeder even een briefje neer. ‘Kun je nog even naar Piet Nell?’ Die briefjes waren onze berichtjes naar elkaar om even wat te laten weten als je elkaar even niet zag. Maar niet zelden met een ‘xxx’ eronder.

Langzaam kwam daar verandering in. SMS deed zijn intrede en later Whatsapp. De briefjes hoefden niet meer te worden geschreven, je stuurde even een appje. Wel zo makkelijk en je kreeg nog reactie terug ook. Maar toch ook… Minder nostalgisch. Het gemak en de hoeveelheid berichtjes die je dagelijks verstuurt maakt het zo gewoon.

En dan loop je de Camino, en trage tocht van maanden waarin je veel nieuwe mensen ontmoet waar je vaak geen telefoonnummers van hebt. En wat doe je dan… Je gaat weer briefjes schrijven. Aan Tom en Hugo om ze te bedanken voor het slapen in hun bed. Of onze gastvrouw die vroeg naar haar werk moet en ons vertelt waar we alle ontbijtspullen kunnen vinden. Uiteraard afsluitend met een ‘Bon Chemin’. En zo ook gisteren briefjes met ‘Beste Pelgrims… Welkom’. Kleine persoonlijke boodschapjes die echt aan ontvanger zijn geschreven. Zo klein, maar zo persoonlijk.

Al die kleine briefjes die op tafel liggen, het doet me wel wat. Het laat je zien, maakt het ook tastbaar, dat iemand even aan je heeft gedacht en een boodschapje voor je heeft. Heel klein, maar zo persoonlijk. Dat wil ik bij thuiskomst vasthouden… Zomaar af en toe een briefje op tafel. Met een boodschapje… Al is het maar om te laten weten dat ik aan je dacht.