Van Vlie’ in Chablis

Het was vanochtend nog wat heiig toen we vertrokken, heiig en windstil. Dus prima weertje om de eerste kilometers vanaf Roffey af te leggen. Het eerste dorpje, nou ja… gehucht, dat we tegenkwamen was grotendeels gewijd aan onze Jacobus, Jacobus de Meerdere. Zo was er een Rue de St Jacques en een kerk Saint-Jacques-le-Majeur.

De paden waar we overheen liepen waren over het algemeen prima begaanbaar. Wat asfalt, maar ook veel gras en wat grote-kiezelpaden. Die laatste lopen dan weer niet zo lekker. Je hebt er niet echt grip op. Maar zo liepen we langs wat akkers en bosranden… Af en toe een dorpje en jawel, toen we in de buurt van Chablis kwamen waren daar de eerste wijngaarden weer. Of eigenlijk wijngaardjes, het was nog wat klein.

De zon was inmiddels goed doorgekomen en zo lopend over de toppen van de heuvels en daarna afdalend over de witte kalkrijke paden naar het stadje Chablis werd het best warm.

Chablis

Ons overnachtingsadres was dit keer geen gîte of iets dergelijks maar een parochiehuis bij een kerkje. De vrouw die ons hartelijk ontving had ik gisteren ook al aan de telefoon gehad. ‘Bonjour Martin, bonjour!!’ Ze gaf ons wat uitleg over de Spartaans ingerichte kamer, maar het voelde zoveel beter dan eerdere locaties waar we hebben gezeten. Heerlijk dit.

Na het eten zijn we nog even het stadje ingegaan om een ijsje te halen. Eindelijk was het weer zo lekker dat we daar trek in hadden. We hebben meteen van de gelegenheid gebruik gemaakt om de kerk van de Heilige Martinus te bekijken. Een kerk die dateert uit 1160 en midden tussen de huizen ligt en alleen bereikbaar door allerlei kleine steegjes.