Om half zes gingen de eerste wekkers in de grote slaapzaal. Sommige pelgrims willen blijkbaar elke dag de zon zien opkomen. Nou, dat kan morgen ook wel hoor. Zeven uur was voor ons vroeg genoeg. We hadden een etappe van 19 kilometer gepland met toch nog een keuze momentje. Want wat ging het worden: kust-route of berg-route?

En daar waar iedereen om ons heen voor de lichter geachte kust-route koos, gingen wij met een conditie van bijna vier maanden lopen natuurlijk de bergen in. Hoe lekker is het om in een rustig tempo zo’n berg tot meer dan 600 meter te bedwingen. Heerlijk! En vooral ook: hoe mooi is het uitzicht tijdens de lunch als je op de top bent…

Maar ja, waar geklommen is moet ook weer worden afgedaald. Dat is op die lastige paadjes vol met keien altijd best lastig. Belastend voor enkels, knieën en heupen. Maar ook dat hebben we gered. Om twee uur waren we al klaar en konden we douchen, wasje doen, boodschappen en met de beentjes omhoog. Na een paar dagen van dertig kilometer was dit een welkome afwisseling.
